Tweeënhalf miljoen boektitels. Verdeeld over vijf etages, wat staat voor 3200 vierkante meter literatuur. Boekhandel Scheltema, de grootste boekhandel van Nederland. Met op iedere etage, leeshoekjes- en tafels om ongestoord te lezen. Scheltema, één groot lezersparadijs. Vooral de tweede etage, met de zogenaamde ramsjafdeling, met honderden titels, rug aan rug, hoog opgestapeld, en iedere week ververst. Bij de afdeling ‘sportboeken’ is het scoren voor de liefhebber, met boeken, die niet eens zó lang geleden lyrische recensies kregen. En nu staan ze bij Scheltema in de ramsj voor een schamel bedrag. Tussen de tientallen stapels sportboeken, ook het boek ‘Mien’, van schrijfster Mariska Tjoelker. In ‘Mien’ beschrijft Tjoelker het dramatische leven van wielrenster Mien van Bree, die tijdens de jaren dertig niet alleen moest knokken om als vrouw te mogen koersen, maar ook worstelde met haar seksuele geaardheid. Prachtig beschreven door Tjoelker, die daarvoor tientallen bronnen raadpleegde. Een verhaal dat gelezen moet worden. Ondanks dát staat ‘Mien’, prominent bij de verse ramsj, en afgeprijsd van 20. 99 euro naar het schamele bedrag van 7.90. Sommigen dingen zijn niet uit te leggen. De ramsjafdeling van boekhandel Scheltema, een absolute aanraaier. Boekhandel Scheltema, Rokin 9, Amsterdam, 1012 KK.
Er werd verzocht om de gunst van het publiek. En dat had ze hard nodig. Juffrouw Thilman fungeerde namelijk als heuse kermisrariteit. De Amsterdamse kermis, traditiegetrouw de eerste drie weken van september en ingeluid met gebeier van de kerk- en torenklokken. In het Amsterdam van begin negentiende eeuw lag het openbare leven drie weken stil. Jongens en meiden mochten dan, geheel tegen de heersende moraal in, vrijelijk contact hebben, en doken gezamenlijk de donkere stegen en sloppen in. De Mokumse kermis vol met eeuwenoude rituelen. Zo gaven de tabakswinkeliers hun vaste klanten twaalf staven tabak, en herbergiers de gasten een gratis eerste borrel. Dat de lantaarnopstekers langs de deuren trokken voor hun ‘kermisfooi’, hoorde daarbij. De pleinen van de stad waren het domein van goochelaars, acrobaten, kwakzalvers en de ‘wonderen der natuur’. Voor een duit mocht het volk menselijke creaturen zoals dwergen en albino’s aanstaren. In dat rariteitenkabinet was er ook juffrouw Thilman, zestien jaar jong. Tussen de vrouw met de baard en de dikke dame stak meisje Thilman geen gek figuur. Zij was namelijk als ‘hardloopsteres’ dé attractie van de kermis. Speciaal voor haar maakte de Amsterdamsche Courant van 14 september 1830 een plekje vrij op pagina drie. ‘Op dingsdag 14 september des s’middags twee uure, zal de jonge jufvrouw Thilman oud 16 jaar, als HARDLOOPSTERES in de Groote Laan in de Plantagie van het park tot aan de Muiderpoort vijfmaal achterelkander heen en wederom loopen als zijnden tezamen den ritten in een tijd van 41 minuten. Men verzoekt de gunst van het geëerde publiek’, zette de handzetter van dienst in een 12 punts Garamontsletter. Dat het bij regen een dag uitgesteld werd was ter kennisgeving. Ongetwijfeld was het publiek, altijd tuk op sensatie, in groten getale aanwezig op de Groote Laan, dat nu de Plantage Middenlaan is. Hardlopen begin negentiende eeuw voorbehouden aan idioten en andere obscure halfgaren, paste niet in de maatschappij. En al helemaal niet voor een vrouw. Dat er op Thilman gegokt werd was duidelijk: gezien de aankondiging van haar beoogde tijd in de Courant. Juf Thilman, ongetwijfeld door het grauw bespot en uitgescholden was géén zielige kermiscreatuur. Daarvoor was het meisje te dapper. Haar wedstrijd was niet alleen een kermiskoers avant la lettre, maar ook absolute sportgeschiedenis. Jufvrouw Thilman was namelijk dé pionier van het hedendaagse hardlooppeloton. Hoe haar race was verlopen zal nooit bekend worden. In de kolommen van de Courant komt zij niet meer voor. Ze is letterlijk opgelost in de geschiedenis. En voor al die tienduizenden hedendaagse hardloopfanaten die wekelijks aan de start staan voor hun prestatieloop, en verbeelden dat ze heel wat zijn: denk even aan de dappere jufvrouw Thilman zestien jaare jong. Want zij is de enige ware hardloopheld van Nederland.
Foto1: De Amsterdamse kermis begin 19e eeuw. Foto 2: de Vrouw met de Baard. Foto 3: De Amsterdamsche Courant.
Bron: Amsterdamsche Courant maandag 13 september 1832, Scriptie ‘Amsterdamse Kermis’ van Herman Ketting.