Arnhem, augustus 1909. Waar een nieuw zwembad werd geopend. Wát een feest werd dat. Opgeleukt met een Nederlands kampioenschap. Er waren mooie prijzen te winnen, waar het bestuur ‘kosten noch moeite hadden gespaard’, zoals ze dat fijntjes op lieten opschrijven in de Revue der Sporten. Maar éérst werd zwemmeester Willemse gehuldigd. De man was vijfentwintig jaar in dienst. De hondstrouwe zwemmeester, waar ongetwijfeld hordes Arnhemse kindjes nachtmerries of anders een trauma van hadden over gehouden, kreeg een couvert met inhoud. Daarna begon het ‘groote feest’. Het Nederlands kampioenschap zwemmen.
Nico Sturkop was er ook bij. Nico deed aan schoonspringen. En laat Nico Sturkop, specialist in ‘komische sprongen’, nou de titel grijpen. Nico won ‘met glans en glorie’, voor ene Van Es en Snuyff. Zoals het betaamd met kampioenen, werd óók Sturkop gehuldigd. Sterker, voor Nico werd een plekje ingeruimd in de Revue der Sporten. Nico mocht daarvoor op de foto. Ingehouden grinnikend, alsof hij zojuist een stiekeme scheet in een biechtstoel had gelaten, poseerde de verse springkampioen. Hoe hij aan die bruine handen kwam, daar moeten we maar niet aan durven te denken.
Nico Sturkop, werd na zijn springcarrière in diverse schermschooltjes gesignaleerd, waar de voormalige springer actief was met de sabel en het andere betere steek- en prikwerk. Waarbij het voor z’n tegenstanders te hopen was dat Nico zijn komische sprongen achterwege liet. De man bleek over meer onvermoeibare kwaliteiten te beschikken. De hoge duikplank bezorgde Nico geen adrenalinekick meer. Nico ging in het leger. Waar hij zijn mannetje stond. Of, zoals het blad Allen Weerbaar schreef: ‘Bij ene oefening in de winter op het strand van Bloemendaal bleken alle korporaals een stel ouwe juffers, slechts korporaal Sturkop was aanwezig’.
Komische sprongen, schermen én het leger, blijkt een goeie mix te zijn. Nico Sturkop beklom op vierentachtigjarige leeftijd de Grote Hemelse Duiktoren.
Bron: Revue der Sporten jaargang 1909.