Delbeck

‘Bedrink u niet, want dat leidt tot uitspattingen, maar laat de Geest u vervullen,’ schreef de apostel aan de Efeziërs. Beste lezers, laat je vooral niet bang maken door dat stichtelijke geneuzel van die apostel want je bent langer dood dan dat je leeft. Dus leve de lol en laat de kurken maar knallen. Vooral die van de flessen champagne van Delbeck uit Reims, een vooraanstaand champagnehuis. Delbeck dus die zijn huppeltjeswater leverde aan alle toenmalige Europese hoven en die hoogstwaarschijnlijk een reclameman in dienst heeft die wel raad weet met de inhoud van de wijnkelders, want de man heeft een morbide geest gekoppeld aan een inktzwart gevoel voor humor, en dat voor het begin van de twintigste eeuw. Om het product Champagne Delbeck aan de man te brengen ontwerpt hij een affiche met stayers achter de motortandem, waarop de gangmaker onder de koers z’n renner op een glas trakteert. Uiteraard van het Huis Delbeck… 

Cynischer kan hij het niet maken want stayeren tijdens de belle epoque is een levensgevaarlijke sport waar Stuyfssportverhalen hele kolommen mee heeft gevuld. Kolommen waar de dood nooit ver weg is en waar het bloed van afdruipt.  

Hoe het met de meeste van die toenmalige stayers is afgelopen kun je op deze blog lezen. Iets wat niet opgaat voor die ene anonieme reclameman van Delbeck want zijn naam is opgelost in de tijd of anders wel in het product Delbeck. Wél bekend is de geschiedenis van zijn werkgever. Door wanbeheer gaat in 2003 het  illustere  champagnehuis op de fles om maar in het juiste jargon te blijven…  

Duik

Opeens was hij er. Zomaar, van uit het niets. Foto’s gemaakt van ene Eugène Lefebvre, spatten pontificaal uit de kolommen van La Vie au Grande Air, hét Franse sportblad van de  belle epoque. En Eugène deed niet eens aan sport. Althans niet in het zweet des aanschijns. Eugène was namelijk piloot. Een niet te onderschatte iets. Want het was wél 1909, de tijd dat een vliegtuigje bestond uit een krakkemikkige motor, een hoop latjes, bijeengehouden door pianosnaren én zeildoek.  

En wat nou zo raar was… Ondanks dat Eugene nóóit een nat shirt had gekregen, van wat voor inspanning dan ook, was zijn debuut in het sportblad metéén raak. Want tussen  de in details beschreven verslagen van de meest vreselijke, dodelijke ongelukken in de toenmalige autosport, opgeleukt met foto’s van in kreukels liggende slachtoffers, mocht de komst van Eugene er zijn.

Eerst even vertellen over Eugene geestelijke toestand. De man zat nergens mee. Was het ál een prestatie om zo’n vliegtuigje in de lucht te houden, Eugene ging daar gewoon mee stuntvliegen. Eugene Lefebvre, sigaret in de mondhoeken, pet achterstevoren, jaagde met enige regelmaat de duizenden toeschouwers, opeen gepakt op houten tribunes, de stuipen op het lijf. Ook tijdens de Grande Semaine d’ Avation een vliegshow gehouden in het Reims van 1909.

Eugene, hoog vliegend in zijn Wright-Flyer, leek het wel leuk om een duikvlucht te maken richting tribunes, om op het allerláátste moment op te trekken. Waarbij hij met z’n vliegtuigje de vlaggen van de masten rukte, en de pluimen van de dameshoeden deed knakken. Van die zekerheden in het leven, want het ging natuurlijk mis.

Negen dagen later, vliegend in de buurt van Juviy, kreeg Eugene zijn vliegtuigje niet meer uit een duik getrokken. Alsof iemand een modelvliegtuigje op de grond had gesmeten.  Zo zag oogde de foto van het wrak: Eugene verpletterd in het midden. Eugene Lefebvre, maakte even goed geschiedenis. Eugene was namelijk het eerste dodelijke slachtoffer in de luchtvaart. Weinig, maar toch…

Bron: LA Vie au Grand Air, jaargang 1909.