Waterput

Vriendschap in het peloton? Sodemieter op! Dat soort sentimentele geleuter bestaat alleen in jongensboeken. Een beetje beroepsrenner is een kruising tussen een Judas en een NSB’er. Kerels die in staat zijn, hun moeder te verkwanselen aan het plaatselijke bordeel. Dát soort dus. Wat dat betreft was Antoine Magne hét lichtende voorbeeld. Zoals Antoine, kopman van de Franse nationale ploeg, tijdens de Tour van 1938, zijn ploeggenoot én grote concurrent Sylvain Marcaillou elimineerde duidt op ‘vakkundigheid’: zonder één trap te veel te geven.
Sylvain, afkomstig uit Toulouse. Deed voor de vierde keer mee aan die krankzinnige race door Frankrijk. Eindigde in 1937 als vijfde. Stond een jaar later als tweede kopman, aan de start in Parijs. Waar Magne op dat moment druk bezig was zijn mes te slijpen. Om die in de vijfde etappe in de rug van ploeggenoot Marcaillou te planten. De ingrediënten? De Belg Marcel Vissers én een ouwe stenen waterput. Het was amper twintig kilometer koers, toen Vissers in een bocht een slipper maakte. Zegge en schrijve één renner was de dupe. Sylvain Marcaillou! De laatste kwam met zijn harses tegen die genoemde waterput. Het peloton ijlend verder. Sylvain, dizzy en een grote scheur boven zijn oor, rijker.
Volgens de mores verwacht je dat ploeggenoten Sylvain op sleeptouw zal nemen. Het was Magne, als de kippen erbij, om dat te verbieden. Marcaillou mocht het zelf opknappen.
Sylvain, op zijn onbeschadigde fiets met een bebloede kop in de achtervolging, vond na veertig kilometer achtervolging aansluiting. Krakend van de pijn, bloed stromend over het hoofd liet de Toulousain zich toch maar even verzorgen. Om vervolgens een half uur na het peloton als laatste over finish te komen. Waarmee hij een goede einduitslag op zijn rug kon schrijven.
Uiteindelijk moest Sylvain Marcaillou negenenzestig jaar wachten op zijn genoegdoening. Want in het najaar van 2007 vertrok de ouwe Tourstrijder op zesennegentig jarige leeftijd naar de Grote Wielerhemel. Waarmee hij zijn vroegere kopman Magné met zeventien jaar klopte.
Drie jaar na zijn tocht naar gene zijde werd in bijzijn van zijn kinderen-, klein- én achterkleinkinderen in Toulouse een straat naar hem vernoemd.

Bron: Les Miroir des Sport, jaargang 1938. De krant La Depeche jaargang 2010.

error: Inhoud is beschermd!