Zwemmen

Gekoesterde herinneringen mogen nooit bezoedeld worden. Denkend aan Gimondi zie ik daarom een atleet, lang, slank,  en rank in de heupen. Gebeeldhouwd zittend op z’n Bianchi-koersfiets, met een  oogopslag als een vlammenwerper.  Handen als klauwen om de remgrepen. Gehuld in dat prachtige roze tricot, die alleen Italiaanse campionissimo’s staan. Onvergetelijke beelden, afgedrukt in de kolommen van de Miroir de Cyclisme. Dat Gimondi de Tour won, meerdere keren de Giro d’Italia en Parijs-Roubaix, is leuk voor de statistici onder ons. Voor de liefhebber was Gimondi  méér dan grijze en dorre cijfers, want zinnebeeld van de ‘koers’ uit de jaren zestig en zeventig. Schoonheid op een koersfiets, waarbij je stiekem hoopte dat hij  voor eeuwig zal blijven koersen.
Voor Gimondi tikte de klok ook  genadeloos door. Felice werd ouder, ging met pensioen en verdween geruisloos uit de kolommen  van de geïllustreerde wielerbladen. Foto’s van een gepensioneerde Gimondi deden pijn.  Daar wilde je liever niet mee geconfronteerd worden.  Bang dat het  beeld van de ultieme renner werd vertroebeld.
Maar ook kampioenen hebben  niet het eeuwige leven. Ooit zal hij door zijn Heer opgeroepen worden om rekenschap over zijn leven af te leggen. Mocht dat gebeuren dat wél volgens de mores van de koers.
Zoals indertijd Edward de Caluwé, winnaar van de ronde van Vlaanderen anno 1938, waarmee Edward zijn plekje in de Vlaamse heldengalerij voor altijd innam.  Edward de Caluwé, liefhebber van de koersfiets, vertrok ergens in 1985 voor een tochtje op z’n fiets. In Geraardsbergen, aan de voet van de Muur, stierf Edward door een hartstilstand. Sterven in het harnas op heilige wielergrond.  Dat was Felice Gimondi niet gegund. De man stierf tijdens het zwemmen, waarmee een oeroude wielerwet werd bevestigd dat wielrenners, nóóit maar dan ook nóóit behoren   te zwemmen.
Felice Gimondi had dat kunnen weten.

error: Inhoud is beschermd!
%d