Heineken House op de Spelen van 1928

Het Heineken House én de Olympische Spelen. Dat staat voor zuipen, hossen, lallen, brallen én de polonaise:  het liefst met een raar oranje hoofddeksel op. Waar onze toekomstige troonpretendent zijn bijnaam van Prins Pils waar maakte en Erica Terpstra een hele natie plaatsvervangende schaamte bezorgde. Een  ontmoetingsplaats voor atleten, sponsoren en bobo’s, vooral die laatsten. Sinds  ‘Barcelona ‘92’ toen Heineken zijn meesterlijke reclameproject startte, is het niet meer weg te denken van de Spelen. Het concept is niet nieuw. Op de Olympiade van Amsterdam in  1928 stond er al een biertent van  ‘heerlijk, helder, Heineken’.

Dat Amsterdam voor de Spelen een nieuw Stadion bouwde, was logisch. Maar om dat nou te voorzien van een blijvend restaurant dat plaats bood aan vijfhonderd bezoekers, dat was even te veel van het goede.  In ‘normale’ tijden, want als het Olympisch circus de stad had verlaten,   zou dat toch niet lonend zijn: zo werd georakeld. Om de buitenlandse bezoekers van een natje en droogje te voorzien, werd besloten om de horeca in een grote tent onder te brengen. Architect Jan Wils kreeg niet alleen de opdracht om een nieuw Stadion te tekenen maar bemoeide zich ook met de vormgeving van de horecatent: gesitueerd vlak achter het Stadion. Op Wils’ aanwijzingen werd in Duitsland een futuristische tent van blauw en wit canvas in elkaar genaaid. Voor de exploitatie hiervan mochten bedrijven van naam en faam zich inschrijven. Heck’s Lunchroom met vestigingen in heel Nederland, maar ook brouwerijen als  Amstel, Oranjeboom en Heineken waren in de race. 
Heck’s Lunchroom en Heineken mochten de klus klaren, want zij voldeden aan de enige eis van het Olympisch Comite: op drukke uren een vlugge bediening. Met dat laatste ging het faliekant mis. Hoewel de buffetten als de biertapinstalaties voor toenmalige begrippen supermodern waren, was de bediening ronduit slecht, veroorzaakt door onervaren personeel. Tijdens de grootste drukte liepen  zo’n tweehonderd mannen en  vrouwen niet alleen de  benen uit het lijf maar ook elkaar in de weg. En daar zat nou net de kneep, want van die tweehonderd waren er negentien man eigen personeel en de rest ongeschoold.
Ondanks de vijftigduizend ontkurkte bierflessen, de ruim vijfentwintigduizend liter getapt bier, de zestigduizend limonadeflesjes en de zeventigduizend gesmeerde broodjes, kregen Heck’s en Heineken de kwart miljoen gulden die werd geïnvesteerd, er niet uit.
Sinds 1928 is veel veranderd. Maar wat blijft is de personele bezetting. Voor de Spelen van Londen heeft het Heineken House tweehonderd ‘enthousiaste’ vrijwilligers nodig. Horeca-ervaring is niet nodig, zo leert de site van de bierbrouwer. Als dat maar goed afloopt.

Foto: Heineken voor het eerst op de Spelen van 1928. Bron: Officieel Gedenkboek Olympische Spelen Amsterdam, uitgegeven 1930.

error: Inhoud is beschermd!