Hector Heusghem, met afstand dé schlemiel uit de wielergeschiedenis. Hector, eindigt in de Tour van 1920 en het jaar daarop als tweede in de eindklassement. Geen lulliger uitslag. Het waren koersen vol malheur en andere ongemak. Schrale troost voor Hector Heusghem dat in deze Tour evengoed drie bergetappes wint. Hector, tweeëndertig jaar, een borrelend is vat vol frustratie, en smachtend naar erkenning. Een gevaarlijke combinatie, een mix die opeens kan ontploffen.
Zeker in juli 1922 want de start van een nieuwe Ronde van Frankrijk. Voor Hector Heusghem, biologisch gezien zijn laatste kans. Nog één keer heeft hij zijn ouwe lijf gemarteld, dat zijn maanden van zware trainingen op zijn Thomann-koersfiets want calavarietochten door de Ardennen. Afgetraind tot het schaambeen meldt Hector zich in Parijs. Nu moet het lukken. hectot gaat voor winst in die voor hem zo gehate Tour de France. Dan kan hij eindelijk definitief zijn koersfiets opbergen. Wat bijna lukte.
Bijna is niet helemaal om een onbenullig gezegde aan te halen. Want aan het begrip ‘bijna’ is die ene koerscommissaris debet, een reglementenfreak avant la lettre. Dat Hector die ene onbekende bobo tot aan zijn laatste uur vervloekt zal hebben, dát is zeker. Of zoals de Geïllustreerde Sportwereld in 1922 schrijft: ‘Waarlijk stond Hector Heusghem er schitterend voor en alles duidde in hem de glorierijke overwinnaar als die koerskommissaris zwaar en onheilspellend over hem het doodvonnis uitspreekt’.
Een doodvonnis is het bijna letterlijk. Geestelijk minder sterke renners krijgen onmiddellijk suïcidale gedachten. Ga er maar even aan staan. Met de gele trui om zijn knokige lijf, stevig op de eerste plaats én slechts drie etappes te gaan gebeurt er namelijk iets vreselijks. Zijn frame breekt. Dan is er nog niets aan het handje. Instinctief reageerde Hector wat ieder renner doet, hij wisselt van fiets. En dat ontgaat die ene enge commissaris niet, want deze moet formeel eerst toestemming geven. Hector Heusghem krijgt hiervoor een uur straftijd en eindige geestelijk gebroken op de vierde plaats in Parijs. De een zijn dood is de ander zijn brood ook voor landgenoot Firmin Lambot. Die krijgt de eindoverwinning zomaar cadeau. Voor de Geïllustreerde Sportwereld, met veel gevoel voor onrecht, is Hector ‘de zedelijke overwinnaar’.
Dat het in de Belgische nationale ploeg op de terugreis een jolige stemming is is niet duidelijk. Wél dat ploeggenoten Firmin Lambot, Theofiel Beeckman en Alfons Standaert, in hun woonplaats een heldenontvangst van tienduizenden krijgen. En Hector Heusghem? De arme Hector wordt uiteindelijk toch een winnaar. Na een lang en gezegend leven sterft de dappere en inmiddels uit het collectieve geheugen gewiste ‘genaaide renner’ op tweeënnegentig jarige leeftijd. Waarmee hij Firmin Lambot met vijftien jaar klopt.
Foto 1 en 2: Hector Heusghem, Foto 3: Aankomst van de Belgische ploeg, zonder Hector Heusghem. Links met bloemen Lambot.
Bron: Geïllustreerde Sportwereld jaargang 1922.