Het waren geen krentenkakkers. Bij de fietsen- én motorenfabriek Brennabor, werd namelijk op een goudmarkje meer of minder niet gekeken. Bij Brennabor werden de stayerende jongens goed verwend. Alleen de top natuurlijk. Zoals Fritz Ryser, wereldkampioen 1908. Fritz, Zwitser van geboorte, verliet de fabriekspoort in Brandenburg met twee motoren, meerdere fietsen. En mocht maandelijks een zak goed gevulde goudmarken ophalen. Met als extra bonus dat bandenfabriek Continental zich ook niet onbetuigd liet.
Bij Brennabor waren ze wel goed. Máár niet van de pot gerukt. Er moest wél iets tegenover staan. Van Fritz werd verwacht dat hij zich eerst meldde bij de lokale fotograaf. Waarna de persen van de ansichtkaartenindustrie op volle toeren draaiden. Fritz werd in de markt gezet. In een oplage van honderdduizenden lag Ryser, mét zijn entourage, op de toonbanken van de fietsenwinkels in het Germaanse Keizerrijk. De kampioen stoer achter de ‘petroleumtandem’. Op de motor Emil Borchhardt en Willy Porte. Minder geslaagd het konterfeitsel van Fritz in het medaillon. Waar hij als een verschrikt konijn in het licht van een gasstraatlantaarn staart. Dat manager Klopsteg- bolle kop, en een snor als bliksemgeleiders –, ook is afgebeeld zegt alles over de verhoudingen.
Fritz Ryser met gangmakers Emil Borchardt en Willy Porte. Een apocalyptisch trio, waar horror en ander onheil nooit ver weg waren. Fritz Ryser in 1908 door gangmaker Joseph Schwartz naar de wereldtitel geleid. Acht dagen later tijdens de Grote Prijs Dusseldorf, verongelukte Joseph. Waarbij Fritz langs de randen van het graf scheerde.
Een jaar later raasde Fritz achter de combinatie Porte/Borchhardt.
Wat de opmaat werd voor het allerzwaarste ongeluk uit de wielersport. Tijdens een stayerskoers op de wielerbaan de Botanische Garden in Berlijn belandde Fritz’ motor in razende vaart in de tribunes. Door de ontploffende benzinetank kwamen negen toeschouwers nooit meer thuis.
Twintig anderen brachten de rest van hun leven verminkt en getormenteerd door.
Fritz Ryser en Willy Porte, in augustus 1914 op het programma van een stayerskoers in Lodz, Polen. En laat nou nét de Eerste Wereldoorlog losbarsten. Fritz, Duitssprekend, werd direct opgepakt wegens vermeende spionage, en niet veel later vrij gelaten. Gangmaker Porte, Duits onderdaan, werd gedeporteerd naar een strafkamp waar hij jaren vast zat, en uiteindelijk wist te ontsnappen. Fritz Ryser, gestorven in het Berlijn van 1916 aan een hartaanval, is natuurlijk al lang en breed vergeten. Wat van hem overbleef, is een prachtige reclameplaat.