‘Utrecht Hooligans’, 50 jaar voetbalgeweld

Dit boek geeft een fascinerende inkijk in de geschiedenis van de oudste harde kern van Nederland. Vergeet Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. De absolute pioniers van het Nederlandse hooliganisme zijn de jongens van FC Utrecht. Die de aftrap namen begin jaren zeventig.  Zoals op zondagmiddag 1 oktober 1972, wanneer  Telstar uit Velsen op bezoek komt.
Ruim 9000 supporters wonen de wedstrijd bij, onder leiding van de jonge scheidsrechter Bart Ram. De laatste liet door een  grote blunder de wedstrijd helemaal uit de hand lopen. De forse spits Kees van Kooten van Telstar en zijn bewaker Co Adriaanse gaan een kopduel aan.  Beiden vallen op de grasmat. Ram fluit. Niemand in het stadion denkt op dat moment aan een penalty. Maar tot verbijstering van de Utrechters en tot grote vreugde van Telstar, wijst de arbiter naar de stip. Een beslissing waar Ram tot op hoge leeftijd een trauma had overgehouden.
Honderden woedende supporters maken vervolgens een klopjacht op Ram. Politie probeert de furieuze massa met paarden, honden en knuppels op afstand te houden. Scheidsrechter Ram wordt, na geruime tijd door een gezelschap politieagenten via een achteruitgang van het stadion weggevoerd. Zijn woning wordt tot diep in de nacht door politie bewaakt.
Europa maakte ook kennis met de jongens van de Bunnikside, zoals ze zich inmiddels noemen. Bij de uitwedstrijd tegen Eintracht Frankfurt reisde 700 man van de Bunnikside mee. Een reisje waar de gehele Duitse pers met grote chocoladeletters op de voorpagina’s verslag over deden. Vanaf de Nederlands-Duitse grens tot aan Frankfort waren de Utrechthooligans via  een spoor van vernielingen te volgen.
Een heel wegrestaurant wordt gesloopt.  Alles wat loszit vliegt door het restaurant, alles wat vastzit wordt zo onderhanden genomen dat het ook losraakt. Ruiten spatten uit elkaar door banken die dwars door het glas naar buiten worden gegooid. Borden worden door vitrines geknald. Wat gegeten wordt, wordt niet betaald. Het personeel wordt massaal gemolesteerd. Een mannelijke bediende wordt met een stoel tegen de grond geslagen. De overige gasten ontkomen evenmin aan het geweld. Mensen die aan het eten waren, worden met hun gezicht in hun bord geduwd. Met de spaghetti in het haar, staan zij doodsangsten uit. Nadat alles en iedereen is vernield en mishandeld, gaan de vandalen terug naar de bussen.
Het boek ‘Utrecht Hooligans’, leest als een spannend, verbijsterend oorlogsverslag, waarbij de lezer zelf zijn morele kompas maar moet instellen.

Utrecht Hooligans
Auteurs:  Daniel van Doorn en Evert van der Zouw
Uitgever: Just Publishers.
ISBN: 9789089752895.
Prijs: 20,00 euro.

‘Voetballen in oorlogstijd’

‘We proberen weer gewoon te doen’, schreef sportjournalist Ad van Emmenes in mei 1940. De rasopportunist Van Emmenes had nooit kunnen bedenken dat zijn uitspraak vijfenzeventig jaar later de titel van Harry Walstra’s nieuwe boek werd. ‘We proberen weer gewoon te doen, voetballen in oorlogstijd’, oorlogsverhalen gerelateerd aan voetbal, die zich afspelen in Duitsland én Nederland. Zoals over  Rudi Gramlich, een Duits international en aanvaller van Eintracht Frankfurt. Een gevierde voetballer maar wél één met een donkerbruin verleden. Gramlich, lid geworden van de beruchte SS Totenkopfregiments was in 1939 betrokken bij de ontruiming van het Joodse getto van Krakau. In 1946 werd de voormalige voetballer veroordeeld tot twee jaar gevangenis. Voor de Duitse voetbalbond én Eintracht Frankfurt was dat geen ethische belemmering om Gramlich later met alle egards te overladen.
Gramlichs diepe val was voor Walstra stof voor een prachtig maar ontluisterend verhaal. De zoektocht naar Gramlichs  verleden bracht de Friese auteur onder meer in Nederland waar de vroegere SS’er als voetballer ook actief was. Dat het nóg erger kon, beschrijft Walstra in het hoofdstuk over Tull Harder: onbetwist Duits voetbalidool die later de boeken inging als oorlogsmisdadiger.
‘We proberen weer gewoon te doen’ verhaalt niet alleen over foute Duitse voetballers. In vlotte schrijfstijl verhaalt Walstra over de lotgevallen van Oranjespelers als een Barend van Hemert, Jur Haak, Gejus van der Meulen en Rein Boomsma. De laatste, een vroegere aanvaller van Sparta die het concentratiekamp Neuengamme niet overleefde. Ook een niet-voetballer als Cor Coster, komt in Walstra’s boek voor. De oorlogsprofiteur Coster, zwarthandelaar, in 1942 betrapt met 72 kazen, ontleende later zijn status als de schoonvader van Cruijff. En dan is er ook nog het hoofdstuk ‘Neder-Duitse voetbalrivaliteit’. Met onder meer de vriendschappelijke wedstrijd Duitsland-Nederland gespeeld in 1975. Willem van Hanegem in de hoofdrol.
Voor Willem bestaan er geen vriendschappelijke duels. En al helemaal niet tegen ‘de mof’, waarin de vlam van zijn moffenhaat tegenstander Overath schroeide. Wie wil weten hoe dát afliep, moet snel Walstra’s nieuwe boek kopen.

Foto rechts: 1926, Duitsland-Nederland. Links aanvoerder Tull Harder met de Nederlandse aanvoerder Harry Dénis.

‘We proberen weer gewoon te doen’
Uitgeverij:  Boekscout.
206 pagina’s.
paperback 16×24
ISBN: 978-94-0222-240.
Auteur: Harry Walstra.
Prijs: 18,65 euro.

 

error: Inhoud is beschermd!
%d bloggers liken dit: