Twee volle studies, een baan van zestien uur per week, en dan ook nog eens mee kunnen komen in één van de zwaarste schaatscompetities ter wereld! Fysiek gesproken onmogelijk. Maar als je strikt op de agenda leeft, woekert met tijd en geld, je sociale leven op een laag pitje zet, is dat volgens marathonschaatser Charly Landman best te doen.
Laat het even duidelijk zijn: Charly Landman is marathonschaatser! En hij zal het nooit in zijn hoofd halen om het langebaanschaatsen te beoefenen. Dat is meer voor dwangneuroten die hun leven laten bepalen door de stopwatch! En we als we niet begrijpen wat Landman bedoeld moeten we, volgens hem, maar eens een kijkje nemen in de kleedkamer tijdens een langebaantoernooi. Die strakke koppen alsof je in een aula bent beland.
Volgens Landman komt dat door de stres want één misslag en je toernooi is over en uit. Nee dan de kleedkamer bij de marathonkoersen. Lachen man! Tenminste, als je de pijn op de koop toe neemt. Want we moeten ook weer niet denken dat schaatsen tegen en met de marathontop louter dikke pret is.
Studie en werk
Als je het beoefent zoals Charly Landman dan moet je daar wel van bezeten zijn. Alleen al om je lijf te harden en te laten wennen aan die hoge snelheden daar moet iedere dag urenlang voor getraind worden. Dat noemen ze dan ‘topsport bedrijven’, en daarin is geen plaats voor studie en werk. Landman, 23 jaar en student filmwetenschappen, beaamt dat. ‘Als ik niet zou werken en studeren zou ik sneller de top kun halen. Maar ik kan mij dat niet veroorloven. Mijn studie is ook héél belangrijk. Ik heb een klein contractje bij een ploeg, heb studiefinanciering, woon bij mijn vader, en hoef geen huur te betalen. Naast het trainen en studeren moet ik ook zestien uur per week werken om de financiële gaten te vullen.’
;”>Zo, het maatschappelijke geleuter hebben we gehad, en nou gaan we lekker over het marathonschaatsen hebben. Bijvoorbeeld hoe Landman zijn debuut op het hoogste niveau ervaren heeft!
Ik had twee jaar bij de b-rijders gereden en dat is toch meer recreatief . Twee jaar geleden kreeg ik een contractje bij een a-ploeg en maakte mijn debuut in de ere-divisie van het marathonschaatsen. Tijdens mijn eerste wedstrijd vloog ik er direct af. Man, die snelheden, daar schrok ik van. Dat was ik niet gewend. Voor mij was het een kwestie van overleven. Je leert om tegen de pijn te vechten. Het is een heel proces dat je aflegt. Gemiddeld rijden a-rijders een koers zes minuten sneller dan de b-klasse. Vorig seizoen begon ik eindelijk kleine prijzen te rijden. Ik eindigde regelmatig tussen de twintigste en veertigste plaats. Niet wereldschokkend, maar het begin is er.’
Filmwetenschappen
Charly Landman is realist genoeg om te weten dat hij trainingstijd tekort komt. Want als de student fimwetenschappen mee wil doen om de hoofdprijzen moet hij niet alleen meer trainen maar ook rusten. Kortom het woordje ‘tijd’ is gevallen. En daar zit hem nou nét de kneep.
Conditie krijg je niet op het ijs,’ onthult hij. ‘Marthonschaatsen dat is veel fietsen. Iedere dag meer dan honderd kilometer. Daar heb ik geen tijd voor maar heb dat op een creatieve manier opgelost. Voor dat ik ’s morgens naar school ga fiets ik nog een paar uurtjes. Ik train ook veel op de atletiekbaan. Om mijn beenspieren te trainen maak ik daar schaatssprongen. Dinsdagavond doe ik aan shorttrack maar dat is voor de handigheid. Ik klaag niet maar soms is het een slopend bestaan. De wedstrijden zijn door het hele land heen. Diep in de nacht kom ik dan thuis. Je moet er zin in hebben maar dat is wat ik leuk vind.’
SBS6
Voor dat Landman verder gaat vertellen even een open deur intrappen: marathonschaatsen is in dit land een vorm van religie want mateloos populair. SBS6 is dat niet ontgaan en zendt wekelijks, live, een koers uit. Vanuit de luie stoel met een pot bier onder handbereik lijkt zo’n wedstrijd een genoeglijke bezigheid. Want een flitsend snel schaatspak aan, ‘spacey’ zonnebril op de neus geparkeerd, blitse bandana om het hoofd en dan lekker achter een kont voor je, uit de wind zitten en je mee laten glijden. Nou, dat is volgens Landman dus een misverstand!
Het is letterlijk knokken’, legt Landman uit. ‘Vroeger hoefde je niet om je positie in het peloton te vechten, maar het is nu veel fysieker geworden. Het is duwen, je er brutaal tussen gooien. Vooral de rijders die vanuit de skeelersport zijn overgestapt zijn daar heel bedreven in. Schaatsers die nooit aan skeelerwedstrijden hebben gedaan zijn net houten klazen.’
Landman is een kind van zijn tijd want een product van de kunstijsbaan. Zou hij het begrip ‘rayonhoofd mét peilstok’ kennen? Die hilarische mannetjes die, bij twee graden vorst, vanaf de televisiejournaals, bloedserieus, in een onbegrijpelijk soort Nederlands, het volk toe knauwden dat de ‘tocht der tochten’ er nu toch écht wel aan zat te komen? Nee dus!
Natuurijs
Ik kan mij héél vaag ijs op slootjes herinneren’, beklemt toont hij de milieuverandering. ‘Schaatsen op natuurijs heb ik Nederland nooit gedaan dus. We snakken daar naar. Dat geeft de sport nieuwe impulsen. Op de klassieke tochten zie je de echte schaatsers. Ik heb wél in Oostenrijk en Zweden op natuurijs gestaan.. Vorig jaar, in die landen, twee koersen over tweehonderd kilometer gereden. Ik heb die koersen wel uitgereden,’voegt hij er trots aan toe.
Charly;’s erelijst mag dan maagdelijk zijn maar toch is de naam Landman een begrip in het schaatspeloton. Zijn oudere broer Andres was een erkend prijsrijder die nu in de nadagen van zijn carrière is belandt.
Ja daar heb ik wel een mazzel aan dat mijn broer tot de top van het marathonrijden behoorde. Hij geeft mij veel adviezen. Normaal moet je alles zelf uitzoeken. De concurrentie houd lekker zijn mond dicht. Andres is, net als ik, een liefhebber van experimenten. Hij was de eerste de ijzers van zijn schaatsen extra buiging gaf. Dat geeft meer afzet op het ijs. Die extra kromming heb ik ook in mijn schaatsen gebracht.’
Charly Landman is een geduldig mens. Zijn tijd komt wel. Eerst heeft hij nog andere doelen.’Dit jaar ga ik een documentaire maken en volgend jaar mijn scriptie. Het gaat bij mij, als schaatser, iets langzamer maar mijn tijd komt wel. Wacht maar als ik klaar ben met mijn studie,’ besluit hij met een veel betekende blik
Geplaatst: Mug November 2008. Foto: Hilco Koke