Grandeur

Geen rangen en vooral geen standen. De Tour de France is voor het volk. Ook  die van 1960, wat tevens een mooi jaar was. In Frankrijk wel te verstaan. De Franse Republiek, aangevoerd door monsieur le president De Gaulle, bij wie enig nationalisme niet vreemd was. ‘Frankrijk kan Frankrijk niet zijn, zonder zijn grandeur’, was één van zijn uitspraken. Dat was wáár.
Want opeens was daar Brigitte Bardot, ontworsteld aan de benauwende jaren vijftig en zojuist de sixties binnen gehuppeld. Bardot,  een frivole, sexy stoeipoes, met als bijnaam BB, waar hele generaties  potente  jongens, ontsnapt aan de aandacht van ouders én mijnheer pastoor, met overdreven ijver haar afbeelding aan de muur van hun jongenskamer prikte. Garantie voor  woeste fantasieën. Wat er vervolgens in die jongensbedden gebeurde moeten we maar niet aan denken.
Frankrijk 1960,  waar de leden  van terreurorganisatie  OAS, voor het eerst het handboek ‘Hoe knutsel ik een plasticbom in elkaar’, ter hand namen:  beoogde doel,  president Charles de Gaulle. De jongens van de OAS, duidelijk aanleg voor het helse, brachten een jaar  later hun geleerde in de praktijk. In september 1961 ontplofte in een wegberm een dertig kilo zware bom, gevuld met vijftien liter napalm. Waaraan De Gaulle, in zijn Citroën wonderlijk en ongedeerd aan ontsnapte.
In dat geharnaste lijf van monsieur le President, een gewezen oorlogsheld, bleek ook maar een gewoon jochie schuil te gaan. Dat hij Brigitte aan de muur van z’n slaapkamer  had hangen is onwaarschijnlijk. Wél  dat hij via de media de Tour volgde. Zaterdag 23 juli 1960, had hij in zijn agenda met rood omcirkeld. Op deze door God aan de president geschonken dag, trok de Tourcaravaan door zijn dorpje Clombey-Les-Deux-Eglises, en langs het huis van Frankrijks eerste burger.
‘De Tour is genadeloos en wacht op niemand’, wat een stoffig, maar waar cliché is.   Laat staan dat er zomaar gestopt wordt. Behalve voor de eerste man van de Vijfde Republiek. De Gaulle tussen het volk, en beschermd door twee gendarmerie nationale, die je onbewust aan films van Inspector Clouseau doen denken, audiëntie verlenend aan de renners. Waarvan sommigen, uit misplaatste eerbied hun koerspetje voor af deden, door De Gaulle duidelijk gewaardeerd. Met een Vive La France  zegende hij vervolgens het koersende volk.
Met enige fantasie is Charles De Gaulle met een geharde Tourrenner te vergelijken. De man overleefde maar liefst eenendertig moordaanslagen. Probeer dát maar eens te evenaren.  De Gaulle stierf uiteindelijk, zittend in zijn lievelingsstoel op tachtig jarige leeftijd. 

Bron: Le Miroir des Sports, jaargang 1960, Biografie Charles de Gaulle.

Stichtelijke woorden

Als de hel in het vizier is. En duivels op de loer liggen. Dán is de redding nabij. En dat allemaal in het fijne jaar 1959. Hét jaar dat schrijver dezes verbijsterd kennis maakte met ondermeer Brigitte Bardot, Jane Mansfield, Gina Lollobrigida en Sofia Loren, om maar even een paar tietenmonsters van het witte doek te noemen. Maar ook het jaar van Dino Bruni, een zevenentwintigjarige, modale Italiaanse profrenner die zijn debuut maakt in de Ronde van Frankrijk.
‘Zonder pijn geen glorie’, ook voor Dino. De vierde etappe van Roubaix-Rouen, over tweehonderddertig lange en slopende kilometers. Dwars door de Hel van het Noorden, waar op de drempel van het voorgeborchte Dino Bruni, samen met Otto Altweck, en Bent Ole Retvig, een doodsmakkerd maken.
Volgens oeroude wielermantra wordt op sukkels en ander fietsend wrakhout niét gewacht. Het peloton ijlt verder. Geen materiaalwagen te zien. Maar prijs de Heer! Hallelujajuteperen! Want aan de kant van de weg staat Zijn afgezant himselve, vermomd als een doodgewone dorpspastoor. Terwijl een droogkloot met zijn armen in de zij, apathisch staat toe te kijken was het mijnheer pastoor die hulp en troost gaf.
Bent Ole Retvig, een drieëntwintigjarige Deense Viking met een betonnen harses, is het eerst bij zinnen en pakt zijn karretje. Als op het macadam de Duitser Otto Altweck, zich nog af ligt te vragen of het vak van profrenner wel zó verstandig was, is de lokale zielenherder – prevelend dat de Heer op Golgotha meer had geleden –  druk bezig met Bruni. Van het ‘stichtelijke’ optreden van de lokale zielenherder blijkt géén pil, spuit, of welke dopepreparaat tegenop te kunnen. Dino, gebutst en gekreukeld, komt namelijk snel terug in het peloton.
Waaruit hij, in de buitenwijken van Rouen, demarreert: de brave Belg Van Aerde aan zijn wiel. De laatste wordt door Bruno in de eindsprint deskundig geëlimineerd.
Dat Bruno twee weken later nog eens juichend over de finish gaat is aardig voor de statistieken.

Dan is het achtenvijftig jaar later want 2017, waarvan je biologisch mag aannemen dat de boezems van Brigitte, Jane, Gina en Sofia verstoft dan wel geslonken zijn tot een bedenkelijk niveau. Dat laatste zal Dino een rotzorg zijn. De voormalige coureur, inmiddels 85 jaar, telt namelijk nog steeds zijn Tourzegeningen. Met dank aan die ene onbekende dorpspastoor.

 

error: Inhoud is beschermd!