Een leeg geklopte pijp en slappe knieën

Copy of rosenstarkeOpeens stonden ze in de uitslagen. Zomaar, uit het niets. Kurt Rosenlöcher en Alfred Starke. Jongens nog, net droog achter de oren en afkomstig uit Dresden. Waar ze elkaar hadden leren kennen is niet duidelijk. Hoogstwaarschijnlijk van de lokale wielerbaan. Dat er een klik moet zijn geweest is wél zeker. Kurt en Alfred bleken zielsverwanten. Waren liefhebbers van snelheid en gevaar. Kurt werd stayer. Alfred zijn gangmaker. Het voortraject onbekend maar ongetwijfeld  hard en zwaar, werd genomen. De jongens mochten meedoen aan de grote koersen. In de uitslagen van de  mondiale en Europese kampioenschappen kom je ze niet tegen.  Ondanks dát waren Kurt en Alfred geen programmavullers. In de statistieken van het Duitse Radwelt, pijnlijk nauwkeurig bijgehouden, staan ze tussen 1904 en 1912 stormvast in de top vijf. De lijst kende  honderd renners. Met het Dresdener duo diende men rekening te houden. In 1907 worden er vijfentwintig grote koersen gewonnen, wat goed is voor veertigduizend goudmark.
Copy of rosenletterDe rolverdeling was strak. Kurt Rosenlöcher, een klein rukkertje, een paar turven hoog,  hoefde alleen maar te trappen. Het sluwe denkwerk, de intriges waren weggelegd voor Starke. Die dat  met verve deed. De uitslagen spreken voor zich. Alfred, de punten van de snor als bliksemafleiders strak omhoog, voerde zijn renner, in acht jaar, naar meer dan tachtig overwinningen. Honderdnegentigduizend goudmark ging richting Dresden. 
En dan gebeurd er iets heel verontrustends. Een scenario waar  Alfred nooit rekening mee gehouden had. En wat heel slecht voor de bankrekening zou worden. De kleine, somber uit zijn ogen kijkende Rosenlöcher, een voormalige smid, wordt verliefd. Altijd slecht voor een succesvolle sportman. Als Kurt zijn Mädchen ook nog eens huwt, is dat het begin van het eind. Na jaren van een ascetisch leven raasden de hormoontjes door zijn lijf. De nachten moeten lang, zwaar, hectisch  en uitputtend zijn geweest. De allerzwaarste stayerskoersen waren daar kinderspel bij.  Lusteloos, met een ‘leeggeklopte pijp’ en slappe knieën verschijnt de kleine Dresdenaar op de wielerbaan. Gelijk met Kurts driften daalde ook de barometer van de uitslagen. 
Vriendschap is mooi. Kan ontroerend zijn, maar moet ook geen geld gaan kosten. Dat Alfred Starkes leven  op de levensgevaarlijke wielerbanen wekelijks aan een draadje hing is prima, maar daar moet wél iets tegen over staan.
rosengrafStarke,  de optelsom gemaakt, liet zijn kleine makker vallen, en  keek uit naar een andere renner. Jean Weisz, een opkomende ster, was de gelukkige. Terwijl Kurt Rosenlöcher naar een bedenkelijk peil zakte en Starke met zijn nieuwe  renner furore maakte, breekt de Eerste Wereldoorlog uit. Voor de gangmaker, verslaafd aan spanning en gevaar een buitenkansje: Alfred  meldt zich meteen bij de Keizerlijke Luchtmacht.
De emmer van Alfred Starke, gevaarlijk gevuld, had nog maar een paar druppels nodig. En die vielen in december 1915. Boven het  Westfront werd Alfred Starke, een jongen uit Dresden, in zijn dubbeldekker naar beneden geschoten. In geboortestad vond Alfred Starke, 36 jaar, eindelijk zijn rust.  Aan zijn vers gedolven graf stond zijn vroeger maatje Kurt Rosenlöcher.
 Bron: Radwelt jaargangen 1904 tot en met 1914. Kriegsalbum Radwelt jaargang 1916.

Foto 1: Links reservegangmaker Willy Hesslich,  Kurt Rosenlöcher en Alfred Starke. Foto 2: Jongens waren het nog, Foto 3: het graf van Alfred Starke.
 

error: Inhoud is beschermd!
%d bloggers liken dit: