Tienduizend bezoekers. De Tommy Burns Arena, niet meer dan een grote boerenschuur, was mudjevol. De bokspartij Luther McCarty tegen Arthur Pelkey was weken daarvoor uitverkocht. Onder het publiek veel cowboys afkomstig van de omringende ranches. Die hun revolvers hadden meegenomen. Je kon maar nooit weten. Ruige tijden anno 1913 in het westernstadje Calgary, Canada. Onder de boksliefhebbers ook een priester. De laatste fungeerde als geestelijke ehbo’er. Voor het geval de jongens onderling hun colts gingen uitproberen. Ga daar maar even tussen staan als simpele pater. Bij de bookmakers was McCarty dé favoriet. Niet bij het publiek. Die stond als één man achter hun Pelkey, Canadees kampioen zwaargewicht. McCarty afkomstig uit Nebraska tegen Pelkey. En de inzet mocht er zijn.
De winnaar kreeg de kans voor een gevecht tegen Jack Johnson, toenmalige wereldkampioen zwaargewicht. Johnson, de eerste zwarte wereldkampioen zwaargewicht. Jack peperde dat, via de kranten er bij blank Amerika wel in.
Ver voor Mohamed Ali blufte Jack dat hij op één avond wel een dozijn witte boksers neer kon halen. Tot woede en frustratie van alles wat wit was. Luther McCarty fungeerde als de ‘White Hope’ in bange dagen. Van hem werd het onmogelijke verwacht. En buiten dat, zo roomblank was Luther ook weer niet. Zijn vader, een indiaan, had op de prairies van Oklahoma als Chief White Eagle nog achter de buffels gejaagd. Om na de jacht bij zijn blanke vrouw zijn zoon te verwekken. Luther, een halve indiaan, een verdienstelijk bokser met zeventien gevechten waarvan drie keer werd verloren. Luther McCarty, niet alleen bokser maar ook cowboy. Een goede combinatie. Of toch ook weer niet…? Dat laatste zou hem uiteindelijk zijn leven kosten.
De gong klinkt. De priester grijpt naar zijn rozenkrans. Een schietgebedje rolt van gezalfde lippen. Het publiek ruikt bloed. En de boksers trekken van leer. McCarty, eenentwintig, lang, sterk en lenig, plaatst drie rechtse voltreffers op de kaak van Canada’s trots. Na twee minuten staat Arthur op instorten. In wanhoop hangt hij schouders van Luther. Na de ‘break’ van de scheids treedt de wet van Murphy in werking. Als het fout gaat, gaat ook alles fout. Luther McCarty met een straatlengte voorsprong, zakt ineen. In de arena kraait de oproer.
Terwijl de menigte schreeuwt dat de partij verkocht is, wordt McCarty naar het hospitaal vervoerd. Dezelfde nacht sterft hij. Een dag later brandt de arena tot de grond toe af. Cowboys moet je natuurlijk nooit een kunstje flikken. En de arme Arthur Pelkey’s, die geen klap had uitgedeeld, diens verdere carrière was gebroken door wroeging en verdriet.
Later, veel later bleek dat Luther McCarty, op de ranch van zijn paard was gekukeld, waarbij hij, zonder te weten, zwaar nekletsel had opgelopen.
Foto 1: Arthur Pelkey, links, tegen Luther McCarty, Foto 2: Krantenknipsel New York Times, Foto 3: Het fatale moment, McCarty stervend op het canvas.
Bron: Vie au Grand Air, jaargang 1913, Archief New York Times, Boxing Records.
Geef een reactie