Den Antwerpschen Duivel zwaaide niet terug

Copy of olieslagerkleurDe boutjes had hij iets té vast aangedraaid. Een klein detail dat wél, maar kostte  bijna zijn leven. En het gebeurde op de wielerbaan van Scheveningen: fijne plek voor spektakel. Met griezelige regelmaat belandde daar namelijk een stayersmotor in het publiek. Of stuiterde er een renner bloedend en gebutst over de baan.  Dat er in de vissersplaats klachten waren over saaie koersen is dan ook niet aannemelijk. Daarvoor fungeerde de wielerpiste als een soort fietsend horrorhuis.
Ook voor gangmaker Jan Olieslagers met zijn renner Viktor Tubbax. Twee jongens uit Antwerpen en gecontracteerd voor de amateurkoers achter de zware motor. Tegenstander onder meer Piet van Nek, bij wie tijdens de race het stuur brak. Van Nek, op een nieuwe fiets gesprongen, zet aan, maakt snelheid, maar wijkt daarbij iéts te veel naar rechts. Voor het aanwezige medische personeel hét sein om  razendsnel in doktersvaliezen  naar pleister en jodium te graaien. De aanstormende  Olieslagers met Tubbax weten rakelings Van Nek te ontwijken. Maar ketsen daarbij wél tegen de balustrade. Een te ver overhangend kind raakt ernstig gewond aan het oog. Met de  moed der wanhoop probeert Olieslagers, luisterend naar de bijnaam den Antwerpschen Duivel, zijn motor al sturend te corrigeren. En dat ging niet. Nee. Want een paar dagen eerder had Jan zijn stuurinrichting even nagekeken en daarbij de moertjes té strak aangedraaid.  Het stuur zat vast en de Duivel werd gelanceerd. De laatste kreeg de op volle snelheid razende motor van Van Nek in zijn rug.Jan-Olieslagersstad
Bewusteloos en in zorgwekkende toestand werd Jan naar het ziekenhuis afgevoerd. Waar de priester van dienst er als de kippen bij was. Jan kreeg de laatste Heilige Sacramenten toegediend.  Ondanks de bijna hemelgarantie van een geredde ziel, knapte Jan wonderbaarlijk op. Een normaal denkende mens had zijn zegeningen geteld. Niet Jan, die al in 1901 als motorrijder het snelheidsrecord naar tachtig kilometer tilde. Olieslagers een adrenalinejunk  ging pas echt los, kocht een vliegtuigje en werd aviateur! Het is dan september 1910. Jan, drie vluchten gemaakt waarbij de twee laatste eindigden in een crash, trekt  met een vliegshow op tournee door Nederland.
Jan_Olieslagers_1909In de familieverhalen van schrijver dezes duikelde de  naam ‘Jan Olieslagers’ regelmatig op. Hoe zijn vader en ooms als kinderen samen met tienduizenden Amsterdammers naar de Watergraafsmeer trokken, om stomverbaasd het allereerste vliegtuig ooit over de stad te zien vliegen. Of den Antwerpschen  Duivel naar beneden zwaaide is nooit verteld. Het uitbreken van de  Eerste Wereldoorlog was voor jongens van het garnituur Olieslagers een buitenkansje. De Duivel meldt zich als piloot,  maakt bijna vijfhonderd vluchten, en was betrokken bij negentig luchtgevechten. Jan Olieslager, de onverschrokken gangmaker, motorracer en piloot die de dood tientallen jaren tartte overlijdt in 1942 tussen de witte lakens.

Foto 1: Jan Olieslagers met Samson. Foto 2: Olieslagers luchtshow boven Nederland.
Bron: De Telegraaf jaargang 1907, 1909. Revue der Sporten jaargang 1910.

Geef een reactie

error: Inhoud is beschermd!
%d bloggers liken dit: