Zestienhonderd goudmark per maand. Ieder jaar twee nieuwe motoren, een stayersfiets, wegfiets en al het overige materiaal, waren de eisen van Piet Dickentman. De directie van de Brennaborfabrieken knipperde niet eens met de ogen. Al had Dickentman het dubbele gevraagd, dan waren ze over de Duitse brug gekomen. Dickentman, wereldkampioen in 1903, smeedde het roodgloeiende ijzer op het juiste moment, en kreeg als beloning voor zijn mondiale titel een droomcontract, zoals voetballers dat nu noemen. Brennabor, fietsen én motorenfabriek in Brandenburg, wist een kampioen op zijn waarde in te schatten. Eigenbelang natuurlijk. In Brandenburg waren ze dan wel gul, maar géén filantropen.
De Amsterdamse stayer, in Duitsland de status van filmster en mateloos populair bij miljoenen, werd geacht daar iets tegenover te stellen. Dat hij in iedere koers, op een Brennaborkarretje zijn ballen er af moest rijden, was duidelijk.
Piet, volksjongen uit de Jordaan, werd ook hoofdpersoon in een grote reclamecampagne, fungeerde als het levende uithangbord van de fietsenfabriek. Naamsbekendheid, de omzet vergroten, dat soort werk.
In alle fietsenzaken van het Duitse Keizerrijk en ver daarbuiten hing een metersgrote kartonnen reclameposter, waar Dickentman pontificaal van af spatte. De verse wereldkampioen achter de motortandem. Dat hij op das schnelste Rad zoals de tekst luidde, reed was ter kennisgeving. Maar dat de Jordanees door de fotograaf werd vereeuwigd achter gangmakers Franz Bretschneider en Fritz Steger, daar zal in het ‘kamp Dickentman’ wel de pleuris over uit gebroken zijn. Na de publicatie had Piet Dickentman ongetwijfeld aan Ernst Wolf en Adolf Thorman wat uit te leggen. Wolf en Thorman waren namelijk zijn vaste gangmakers. Het was dát duo dat Dickentman in het Kopenhagen van 1903 naar zijn enige wereldtitel voerde.
Ernst en Adolf, koelvloeistof in de aderen, op de levensgevaarlijk motortandem. Wat voor die kerels geen pretje was. Met enge regelmaat zat het bloed aan de motor van verongelukte collega’s.
Geld en een portie levensmoeheid was de motivatie. Leut zal er wel niet veel geweest zijn. Op overwinningsfoto’s van Dickentman wordt met strakke koppen in de lens gekeken, alsof ze van een oorlogsfront af kwamen. En dan was er eindelijk eens erkenning, de kans om middels een historische reclamecampagne de geschiedenis in gaan. Wat niet door ging. Thorman en Wolf werden vervangen door Brettschneider en Steger. Met dank aan de directie van Brennabor. Brettschneider en Steger niet alleen de vaste gangmakers van Robl, dé grote concurrent van Dickentman, hadden een vast contract bij fietsengigant. Financiële belangen, en andere ongrijpbare machtsspelletjes, verdrongen Wolf en Thorman van hun plekje in de geschiedenis.
Foto1: Brennabor, das schnelste rad. Foto 2: Terugkomst van een oorlogfront. Foto 3: Piet Dickentman was zijn sponsor bijna dertig jaar trouw.
Bron: Interview met Dickentman in Nieuws van de Dag 1946, Radwelt jaargang 1904.
Geef een reactie