De Onbekende Stille, zo zou je hem kunnen noemen, beoefende decennialang de levensgevaarlijke stiel van het stayeren. Waar voor een beetje rolrijder de status van cultheld in het verschiet lag: met alle voordelen. Maar dát ambieerde hij niet, sterker, stelde niet eens op prijs dat zijn naam in de sportuitslagen circuleerde. Vond hij slecht voor zijn zaken, en koerste daarom onder de schuilnaam ‘Samson’.
Rare naam voor een jongen uit het West-Vlaamse Wevelgem. Julien Loontens kom je dan ook vrijwel niet tegen in de uitslagen. Samson wél, of beter gezegd in de toenmalige wedstrijdverslagen, die bol staan van bloederige incidenten. Julien was dan ook regelmatig betrokken bij lugubere ongelukken op de wielerbaan. Evengoed was hij bijna twintig jaar renner om den brode. Samson, geheimzinnige gozer waarvan alleen een paar foto’s van bekend zijn, met gespierde dijen, wapperende snor achter de zware Dürkoppmotor, was eerst wegrenner. Beëindigde in 1903 de Tour als zevende. Was in het zelfde jaar ook nog actief op de kasseien van Parijs-Roubaix waar hij als twintigste over de meet kwam. Evengoed lagen de muizen dood in zijn broodtrommel. Julien, die de naam Samson aannam, maakte daarom de overstap naar het lucratieve fietsen achter de motor: waar dood en verderf hand in hand gingen. Aangemoedigd door die andere Vlaming, Tuur Vanderstuyft met wie hij eind dat jaar ook uitkwam in de beruchte New Yorkse Zesdaagsen.
In de schaduw van de toppers scharrelde Samson als stayer op de Europese banen zijn kostje bij elkaar. De West-Vlaming had ook zijn uitschieters, van die dagen dat hij de rol kon laten schroeien. Zoals op 21 juli 1907, Belgiës nationale feestdag, wat gevierd werd met een grote stayerskoers over een uur. Plaats van handeling een uitverkocht en bomvol Karreveldbaan in Brussel. Op de affiches Karel Verbist, Albert Schipke én genoemde Samson. De laatste, inmiddels inwoner van Brussel, gecontracteerd om de eer van zijn stad te verdedigen, wat hij met verve deed. Torenhoge favoriet was aankomende ster, de man die op de Duitse wielerbanen al furore maakte, Karel Verbist. Maar die moest dan eerst afrekenen met die rare Samson. En dat koste Karel hoogstwaarschijnlijk het leven.
Na zevenenvijftig minuten koers lag Verbist, gegangmaakt door Ceurremans, een ronde achter op de import-Brusselaar. Met negentig in het uur en nog drie minuten te gaan ‘onder geestdriftig gejuich van den toeschouwers’, wist Verbist met de moed der wanhoop op kop te komen.
Dan is het de laatste minuut, als Murphey’s Law ingaat. Alles gaat mis. De motor van Ceurremans krijgt een klapband, Karel komt ten val, wordt aangereden door de motor van Schipke. Terwijl Karel stervend ‘met golven bloed’ over de baan glijdt, gangmaker Meinhold in coma afgevoerd wordt, wint Samson zijn enige koers.
Of Samson, de Lone Ranger van het stayeren, na zijn loopbaan nog vaak stil gestaan had aan die gedenkwaardige race, is niet meer te achterhalen. Wél dat hij zelf in 1942 op zesenzestigjarige leeftijd tussen de witte lakens zijn laatste adem uitstoot.
Foto 1: Samson, Foto 2: De broertjes Schipke, Albert gegangmaakt door broer Willy. Foto 3: Karel Verbist achter Ceurremans, de laatste verongelukte twintig jaar later.
Bron: Radwelt 1907, dagblad De Tijd juli 1907, Wikipedia.
juni 12, 2013 at 2:46 am
Zoals Stuyf het beschrijft is zelfs doodgaan mooi!! Prachtig verhaal weer!!
juni 13, 2013 at 1:29 pm
Heeft U wel eens gehoord van Jan Gieseler die in 1945 of omstreeks die tijd de amateur wereldkampioen Riolin (Italie) op het olympisch stadion in Amsterdam versloeg in de achtervolging ?
Groet: willyleeners@gmail,com.
juni 13, 2013 at 4:51 pm
Dag Willy
…van die Jan Gieseler heb ik zeker gehoord.
In mijn archief, want weekblad Sportief jaargang 1946, staan twee grote verhalen over hem.
Als je dat goed leest blijkt dat die genoemde Jan een door- en door verwend jochie was.
Ook zijn overwinningen dienen met een behoorlijke korrel zout genomen te worden. Jan’s
vader, een steenrijke ondernemer, betaalde regelmatig een flinke som geld aan de tegenstanders van zijn zoon, zodat de laatste kon winnen.
En Hein van Breenen kon ik persoonlijk evenals zijn ouders en zuster Annie.
Hein was namelijk een buurtgenoot van mij. Ik kom ook uit de Nieuwmarktbuurt.
Als jochie van vijf jaar had ik Hein na een Tour gehuldigd zien worden in de Koningstraat.
Leuk dat je mijn blog regelmatig bezoekt. We blijven ons best doen, niet alleen met schrijven
maar ook het verzamelen van de oeroude sportjaargangen.
juni 13, 2013 at 1:41 pm
Dank U voor de zeer intressante geschiedenis verhalen , ik was zelf 4 jaar amateur in de 50er jaren ,daarvoor als junior lid van a,s,c De Germaan ,later als nieuweling en Amateur bij a,s,c Olympia .
Ik heb natuurlijk ook Hein van Brenen goed gekend als amateur bij de Germaan , zijn vader zat toen in het bestuur , wekelijks hadden wij clubavond bij cafe van Dam aan de Rozengracht in Amsterdam . Ik heb menig criterium gereden toen Hein nog amateur was . Hij stotterde een beetje .
Groet,
willyleeners@gmail .com