In Alkmaar begon de victorie

Milaan 1951, de Vigorelliwielerbaan. Finale wereldkampioenschap stayeren met onder meer  Jan Pronk en Kees Bakker. Het werd een gedenkwaardige koers, met van die fijne en spannende incidenten. Gangmakers die na afloop hun collega’s met de dood bedreigden, supporters die er tussen moesten springen. Een renner als zesde geëindigd die de  huldigingsronde meereed. En een outsider als winnaar. Kortom een leuke finale, met alle ingrediënten die stayeren zo fascinerend maakten.  Jan Pronk ging de geschiedenis in als de terechte wereldkampioen 1951, maar wél met dank aan Kees Bakker. Pronk was  pas de tweede landgenoot die dat kunstje flikte. Bijna vijftig jaar eerder had Piet Dickentman de primeur.
Jan Pronk, ruim de dertig gepasseerd, had meerdere keren aan wereldkampioenschappen meegedaan. En stond na afloop altijd met lege handen. Op de Vigorellibaan stond voor hem nog een kleine rekening open.  Pronk was daar in 1939 ook in actie. Deed mee als sprinter aan het wereldkampioenschap en kwam de series niet door.  In de oorlog scharrelde Jan zijn kostje als prof bij elkaar. Werd nog een keer nationaal sprintkampioen en besloot na  de bevrijding achter de motor te rijden.  Pronk een degelijke en goed stayer, graag gezien op de Europese banen, werd gegangmaakt door Frits Wiersma. De Noord-Hollandse rolrijder was  zuinig op zijn lijf. Trainde niet meer dan zeventig kilometer per dag, maar wel het hele jaar door. 
En dan is het de finale om de mondiale stayerstitel. Pronk neemt direct de leiding.  Landgenoot Kees Bakker, achter Bertus de Graaf en op meerdere ronden achterstand, dekte zijn landgenoot af en ving alle aanvallen op. In de kleedkamer, onder toeziend oog van het journaille, bedankte Pronk zijn landgenoot uitvoerig. Aardig detail was dat Bakker, ondanks zijn zesde plek, ook de huldingsronde van Pronk, meereed. Wat niet echt handig was: ‘in de slag zitten’, hoort bij de koers, maar laat het niet overduidelijk blijken.
Wat er precies speelde is niet duidelijk, wél dat er  tussen de gangmakers een sluimerend conflict was.  Hoogstwaarschijnlijk hadden Frits Wiersma en Bertus de Graaf zich niet aan afspraken gehouden.
Want na  het verlaten van de baan werden ze opgewacht door de Duitse gangmakers. Een beginnende kloppartij werd door Nederlands supporters voorkomen. Renners, gangmakers en supporters, zo’n honderd man, gingen Jans titel vieren.
In een restaurant werden door chef d’équipe, John Stol, achtennegentig glazen Chianti besteld en twee glazen melk, waarmee geklonken werd op Pronks titel. Dat het laatste voor Pronk en Bakker was laat zich raden

Bij terugkeer in Alkmaar kreeg de verse wereldkampioen van het gemeentebestuur een grote tabakspot met de passende belettering dat ‘in Alkmaar de victorie’ begon. Pronk, inmiddels vierennegentig jaar en nog scherp van geest, bewaart zijn sporttrofeeën ergens in huis. Maar de tabakspot staat nog steeds pontificaal in zijn huiskamer. Als herinnering aan zijn allergrootste overwinning, van een groot sportman.

Bron: Sportief jaargang 1948, dagblad De Waarheid en Het Limburgs Dagblad, jaargangen 1951.

Geef een reactie

error: Inhoud is beschermd!
%d