Henny Marinus zat twee keer in een ‘slaggie’

De Westertoren moet hij ieder dag zien, en horen.  Geboren en getogen Jordanees Hennie Marinus woont nog steeds in zijn geliefde buurt. Vierenzeventig jaar maar nog goed in conditie.  Fietsen doet hij regelmatig. Op een  toerfietsje, dertig kilometer,  met zijn hondje voorop in een mandje. De tijd dat hij als stayer achter een zware motor raasde ligt ver achter hem. Vaak denkt hij daar aan terug.  Op een terrasje in de Jordaan ziet Marinus zijn carrière weer aan zich voorbij trekken. Voor Stuyfssportverhalen vertelt hij zijn verhaal.

‘Mooie tijden waren dat. Ik was als stayer niet echt een topper, maar ik kon goed meekomen. Ik was begonnen als wegrenner. Won bij de aspiranten, nieuwelingen en amateurs meer dan honderd koersen. Ben prof geworden om mijn vader te helpen. Die ouwe had in de Jordaan een viszaak die niet goed liep. Ik kon dat niet langer aanzien, en wilde iets terug doen. Geld verdienen voor hem. Hij was altijd mijn grootste supporter. Ik ben daarom prof geworden.’
Voor een aankomend wielertalent, begin jaren zestig, een vrijwel onmogelijke opgave. Zonder goede kruiwagen kon je dat wel vergeten. Op advies van anderen werd  Henny Marinus stayer. Op de Hollandse en vooral Duitse banen lag voor een redelijk stayer een goede boterham mét beleg.   ‘Nop Koch was juist gestopt als renner en werd gangmaker. Met mij. We werden meteen kampioen van Nederland. Ik kon eindelijk wat verdienen. Ik moest daarvoor wel overál rijden. In Duitsland verdiende ik het meest.’ 
Wil je echt iets aan het stayeren overhouden, moet je als renner ‘in de slag zitten’. Geheimzinnig begrip voor een samenwerkingsverband tussen renners en gangmakers onderling. Razend moeilijk daar tussen te komen, wat  alleen lukt met uitslagen. ‘Ik heb twee keer in een slaggie gezeten’, vertelt de gewezen kampioen. ‘Dat was met vijfvoudig wereldkampioen Timoner, een stayerslegende. Daar hield ik altijd heel leuke contracten aan over. Die man wist hoe het moest. Altijd correct voor zijn collega’s.’ Hennie Marinus, een subtopper waar altijd rekening mee gehouden moest worden, had van die dagen dat hij alles kon.  Dat laatste had gangmaker Frits Wiersma ook in de smiezen.
‘Ik heb twee jaar achter Ome Frits gereden. Die man was al op leeftijd maar op de motor heel scherp. Keurige vent die zich door niemand om liet praten. Met Ome Frits beleefde ik het mooiste moment uit mijn stayerscarrière. Dat gebeurde tijdens de  revanche van het wereldkampioenschap hier in Amsterdam. Toen een heel groot gebeuren met meer dan veertigduizend toeschouwers. Timoner, juist wereldkampioen geworden, moest winnen. Weet niet waarom, maar Ome Frits besloot door de ‘slag’ heen te rijden. Met nog een enkele ronden te rijden lagen we op kop. Winst lag voor het oprapen. Besloot gangmaker Bertus de Graaf mij op te vangen. De Graaf die met zijn renner Depaepe drie ronden achter lag, moest ik passeren.  Daar had ik mij helemaal kapot op gereden want dat duurde ronden lang . Hierdoor kon Timoner uiteindelijk nipt winnen. Het publiek stond op de banken. Een dag later kwamen legio mensen  in de viswinkel van mijn vader vragen hoe dat nou allemaal kon.’ Een vraag die gemakkelijk te beantwoorden was. Het had allemaal met geld te maken. ‘De Graaf hoopte met zijn actie goede contracten van Timoner te krijgen. Gebeurde ook. Niet alleen dat, De Graaf kreeg ook duizend gulden boete van de wielerbond wegens onsportief gedrag. Dat werd meteen door Timoner betaald.’
Dat Hennie Marinus werd geflikt voor de ogen van zijn Amsterdamse supporters ontging stadiondirecteur Dick Bessems niet.
‘Na de koers moest ik bij Bessems op kantoor komen. Ik schrok daar van. Kwam ik daar kreeg ik van Bessems tweehonderd piek in mijn handen gedrukt. Hij vond het heel sneu dat ik zo geflikt was.’
Henny Marinus, in het leven de nodige tegenslagen gehad. Sinds tien jaar weduwnaar,  en werd ook getroffen door een hersentumor. Knokte na een zware operatie zich terug. Heeft zijn leventje weer op de rails staan. Is nu gelukkig in zijn Jordaan waar hij aan Stuyfssportverhalen zijn verhaal verteld had.  
Inmiddels komt zijn enige kind, dochter Monique, aangelopen. De begroeting is wederzijds meer dan lief. Dat er een innige band tussen vader en dochter bestaat lijdt geen twijfel. Marinus had nog één vraag. Of hij voor de foto samen met zijn dochter mag poseren.  Natuurlijk. Stuyfssportverhalen maakt voor echte kampioenen altijd een uitzondering.

Foto 1: Henny Marinus achter gangmaker Frits Wiersma. 

5 Responses to “Henny Marinus zat twee keer in een ‘slaggie’”

  1. Joop Boer Says:

    wat leuk om weer iets over henny marinus te lezen. Vroeger zag ik Henny heel vaak rijden in het Stadion, ook kwam ik vaak in de viszaak van zijn vader. jammer dat hij als renner nooit echt de top gehaald heeft. heel leuk verhaal

  2. stuyfssportverhalenstuyf Says:

    Jan van der Horst. Sommige ontmoetingen vergeet je nooit. De eerst maal dat ik Hennie ontmoette was aan de finish van de ronde van Santpoort die hij in een bloedstollend einsprint met Adrie Voorting met nauwelijks waarneembaar verschil meende te hebben gewonnen. De jury zwichte voor de roep van het publiek dat hun plaatselijke favoriet Adrie Voorting op het ereschavot wilde. Maar ik zag toch duidelijk Hennie Marinus als winnaar? Ik stond daar naast de ontgoogelde Amsterdammer en huilde zachtjes met hem mee.
    maandag om 17:24 · Vind ik niet meer leuk · 1

    Deze reactie van Jan van der Horst stond op facebook. stuyfssportverhalen

  3. Nelly Kempers Says:

    Henny Marinus Wat een pracht mens is dat. Als klant kwam hij vaak in mijn Bakkerij .wat hebben wij allemaal aan
    deze Lieve Man een mooie herinnering .En dan opeens is die er weer om te bedanken voor al die kopjes koffie ,met een pracht plant ,wat een geweldigen Man die Henny ,Geef nu ook niet op Henny .Een dikke kus van Nelly Kempers uit Vinkeveen

  4. Bob Brinkhuijsen Says:

    7-2-2014
    Ik was met twee vrienden uit Almere een dagje aan het lopen in Amsterdam.
    Een beetje de oude omgeving bekijken waar we geboren zijn. Aangekomen in de jordaan kwamen we langs
    cafe Lowietje dus even een biertje drinken. Heel gezellig en een heer aan een tafeltje vraagt waar we vandaan kwamen. Ik vertelde hem dat ik in de buiten oranje straat was geboren de heer bleek dus in de binnen oranje straat te zijn geboren,
    en de zoon te zijn van ome Manus van de vishandel.Ik wist meteen dat hij Hennie Marinus was een bekende wielrenner in die tijd.Wat een leuke ontmoeting en wat een enthousiaste man is Hennie nog.We kregen een boekje waarin hij nog wat geschreven heeft en toen hij hoorde dat we nog fietsten kregen we ook nog een petje.
    Wat een fijne ontmoeting Hennie bedankt en tot ziens.

  5. Eddy van Bergen Says:

    Ik ben geboren op de haarlemmerdijk in Het Gordijnenhuis op nr. 93. In 1943
    Ik heb zijn ouders meegemaakt en ook zijn vrouw kwam bij ons in de winkel. Voor de vishandel stonden vaak de jongens met die ranke racefietsen van Rih en op die fietsen met kromme sturen konden die jongens af en toe ook nog een grote bloemenmand wegbrengen voor de buurman ( een bloemenhalletje). Door Henny en trainingmaten werd ik ook begeestert en heb in 1963 mijn eerste racefiets gekocht. Nu 55 jaar later fiets ik nog steeds maar altijd lange afstands fietstourist gebleven.
    Eddy van Bergen


Geef een reactie

error: Inhoud is beschermd!
%d