Snel leven en jong sterven

‘Jungen, doe het asjeblieft niet. Mutti maakt zich zo bezorgd over je, ik heb er slapeloze nachten van’. Ondanks de smeekbede van zijn moeder deed hij het tóch! Willy Schmitter, leerling apotheker, liet de pillen, potjes met zalf en hoestdrankjes voor wat ze waren en koos voor de levensgevaarlijke stiel van stayer. Willy, een jochie van nog geen twintig, tekende daarmee zijn eigen doodvonnis.

Willy was eigenlijk best tevreden met zijn leventje. Als leerling in de knusse apotheek, bij het goudgele licht van een olielamp, ontspannen, hoofdpijnpoeders in papiertjes vouwen, hoestdrankjes klaarmaken en, als de gelegenheid zich voordeed, even met de winkelmeid in het magazijn rollebollen. Zo kon hij wel honderd jaar worden. Maar Willy Schmitter maakte die ene fatale vergissing: hij bezocht, voor de eerste keer van zijn leven, de wielerbaan van Keulen.
De apothekersleerling was verkocht! Hij moest en zou ook wielrenner worden. Een koersfiets werd aangeschaft en Willy werd sprinter.
Schmitter, inwoner van Mülheim aan de Rijn, een voorstad van Keulen, was niet alleen handig met de distilleerkolven, kon als geen ander mooie, puntige zetpillen draaien, maar was ook op de piste talentvol. Net achttien jaar, ging hij, in thuisstad Keulen, met de prestigieuze Rheingold-Pokal aan de haal. In zijn eerste jaar won de jonge pillendraaier elf koersen, eindigde acht keer op de tweede plaats en pakte zeven keer het brons. Aardig maar niet meer dan dat. Als sprinter kon je wekelijks de spijkers uit de wielerbaan rijden, maar meer dan een tweekolomsberichtje in de plaatselijke Zeitung leverde dat niet op.
Nee, dan zijn stadsgenoot Peter Günther, die als stayer bakken met goudmarken verdiende, een lawine publiciteit kreeg en daardoor alle lekkere Keulse meiden achter zich aan kreeg.
Snel leven en jong sterven! Vijftig jaar voor James Dean met deze kreet aan de haal ging, was het al van toepassing op die jongens achter de zware motor. Ook voor Willy, die in 1904 zijn witte jasschort definitief omruilde voor een proflicentie.
Willy Schmitter, het ventje met een babyface, net droog achter de oren, werd stayer. Voor het komende succes werd geïnvesteerd. Een peperdure gangmaakmotor, – betaald door pa en ma Schmitter, die zich hadden neergelegd bij Willy’s bloedlinke sport – werd gekocht. Eerst met jeugdvriend Peter Eiffels en vervolgens met Charles Pequi op de motor, werden de wielerbanen bestormd.
Thaddy Robl, Piet Dickentman, Bobby Walthour, Paul Guignard, Bruno Demke, Thuur Vanderstuyft  en stadsgenoot Peter Günther, dé wereldklasse, de mannen die alle prijzen verdeelden, waar wekelijks honderdduizenden moffen naar kwamen kijken, kregen van het jeugdige duo ‘patje en klop’ waar ze maar wilden. Willy Schmitter, het jochie uit de apotheek, won vijftien koersen op rij, waarbij vijfentwintigduizend goudmark op zijn rekening werden gestort. Evenwijdig aan zijn bankrekening steeg ook zijn populariteit. Vooral in Keulen. ‘Ein Schmitter-Sieg’ was synoniem voor een Keulse uitbarsting van geestdrift als Willy weer een grote koers gewonnen had.
En dan is het 18 september 1905, het Europese kampioenschap, gehouden op de al wekenlang uitverkochte wielerbaan van Leipzig. Zenuwachtig om zich heen kijkend stond Willy naast Thaddy Robl, Paul Guignard, Louis Darragon, en Contenet. Hij kon het nog maar nauwelijks bevatten, als de motoren in de baan kwamen. Het startschot viel en Willy zal nooit meer het water door de Rijn zien stromen. Het Keulse bravourejochie dat dacht de hele wereld aan te kunnen, kwam ten val en werd door de motor van Contenet overreden. Met zware hersenletsel stierf Willy Schmitter, 21 jaar.
Nadat Willy zijn plekje in de Grote Stayershemel ingenomen had, werd hij Duitsland’s eerste cultheld. De media doken er massaal bovenop. De ansichtkaarten met Willy’s beeltenis waren niet aan te slepen: een horrorachtig plaatje van stayer Schmitter, met Mager Hein op de motor.   Willy’s laatste rit naar het kerkhof hoefde hij niet alleen af te leggen. Meer dan vijftigduizend  Keulenaars volgden de stoet, waarbij de politie de straten moest vrijhouden. Anno 2011 is Willy Schmitter in Keulen nog steeds niet vergeten. De grootste wielerclub van Rijnland draagt zijn naam.

Foto 1: De jeugdvrienden Peter Eiffels en Willy Schmitter.

Foto 2: Peter en Willy.

Foto 3: Het Europees kampioenschap, Schmitters laatste race. v.l.n.r. Schmitter, Robl, Guignard, Darragon en Contenet.

Foto’s: Archief Theo Buiting

Bron: Radwelt jaargang 1905

One Response to “Snel leven en jong sterven”

  1. Ton van Wieringen Says:

    Geweldig en tragisch! Die tijd had ik toch wel mee willen maken. Denk nog vaak terug aan Noppie Koch in het Olympisch Stadion en aan Peter Post achter de derny in Antwerpen.


Laat een reactie achter bij Ton van WieringenReactie annuleren

error: Inhoud is beschermd!

Ontdek meer van Stuyfssportverhalen

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder