Santa Maria di Sala in Noord-Italië, een dorpje van nog geen vijfduizend inwoners maar wél met een naam waarvan het donkerbruine vermoeden bestaat dat het begrip ‘heiligverklaring’ altijd op de loer ligt. Raar is dat niet want in dergelijke roomse dorpen is er altijd wel ergens een goddelijk mirakel te bespeuren, of anders een lokale wielrenner die daar voor in aanmerking komt. In Santa Maria di Sala en omstreken worden dorpshelden namelijk gekoesterd al zijn bun botten op het plaatselijke kerkhof al bijna tot stof vergaan. Ook lokale held Antonio Bevilacque een hardrijder met weinig sjoege maar wel met dijbenen als postzakken komt in aanmerking om zijn plekje in de dorpsheiligengalerij op te eisen.
Eerst even vertellen over Antonio bijgenaamd Toni, een profrenner tijdens de jaren veertig én vijftig, met een erelijst waarvoor een gemiddelde coureur bereid is om daarvoor een vinger te laten amputeren. Antonio wint in diverse Giro d’ d’Italia elf etappes, allemaal met voorsprong én een stuk of wat Italiaanse klassiekers. Dat de man op de piste tot het selecte groepje hardrijders behoort komt tot uiting met drie wereldtitels op de achtervolging wat aardig is voor hem én zijn supporters maar het is het nét niet…
Tót het moment dat Antonio een onuitwisbare kras geeft in de wielergeschiedenis. Dat gebeurt tijdens Parijs-Roubaix editie 1951 waarin Antonio eindelijk zijn finest hour heeft Geheel eigen aan een jachtrijder dendert hij midden in de Hel weg van Louis Bobet en Rik van Steenbergen wat tevens de einduitslag is.
Antonio’s overwinning in de kasseienklassieker is tevens het begin van de legende ‘Antonio Bevilacqua’ die in 1972 een tragisch hoogtepunt krijgt. Op 29 maart van dat jaar tijdens een fietsritje door zijn geliefde streek komt Antonia ten val. Met zijn hoofd tegen een stoeprand sterft de held van Santa Maria di Sala en omstreken. Antonio Bevilcaqua wordt drieënvijftig jaar oud. De hemelgang van de voormalige jachtrijder is de opmaat tot heiligverklaring, enfin laat dat maar aan die Latijnen over.
Op de plek van het ongeluk verschijnt een herdenkingsplaquette. Waarbij het gemeentebestuur van Santa Maria di Sala – ook niet de lulligste – de hal van het gemeentehuis opleukt met actiefoto’s van de vroegere wereldkampioen, compleet met zijn regenboogtrui en andere door hem gewonnen trofeeën. En net als je denkt dat daar niet meer overheen gegaan kan worden is daar opeens ene Sergio Sanvido die in het dorp een wielermuseum opent met de naam ‘Toni Bevilacqua’.
Bron onder meer: Miroir Sprint jaargang 1951.

Geef een reactie