Die boksende rakkers in de oudheid van de sport. Kerels met patent op drama en romantiek. En vertel nou niet, dat er eind negentiende einde eeuw niets gebeurde. In het calvinistische Holland misschien, maar niet in de halfduistere bokszalen in New York City. Arena’s, verlicht met gaslantaarns, waar het boksgrauw rijkelijk aan hun adrenalineshot kwamen. Met dank aan die onafgebroken stroom vuistvechters, gerekruteerd in de achterbuurten.
Bekijk de vergeelde foto’s goed, en je ziet vroegoude jongens met harde koppen, warm gedraaid in de stegen en slumps, en gepolijst in de vele boksschooltjes. Zwetend, stompend en rammend op weg naar glorie en rijkdom: aan de horizon de vage contouren van verval, armoede en ander drama. Met dank aan louche trainers en managers, die hun jongen wel ‘brachten’, en ondertussen de eigen zakken vulden.
Om Terry Mc Govern op de aanplakbiljetten te krijgen was voor zijn manager een eitje. Terry, negentien jaar was er opeens. Tijdens zijn eerste partij, gehouden in het Brooklyn van 1897, ging bij Terry het licht uit. Johnny Snee was de dader. Johnny kon zijn lange leven tegen zijn kinderen en kleinkinderen opscheppen dat hij, Terry Mc Govern knock out had geslagen. Het waren er namelijk niet véél, die dat kunstje flikte. Om precies te zijn drie vuistvechters. Terry overkwam dat niet meer. Sterker, in zestig partijen werden drieënveertig tegenstanders op het canvas wakker, met als aardig detail tijdens de eerste drie ronden.
Ook ene George Dixon, wiens botten allang tot stof zijn vergaan, kreeg een pak rammel. George, tien jaar wereldkampioen bij de vedergewichten, verdedigde drieëntwintig keer zijn titel. Tijdens zijn vierentwintigste titelgevecht werd George in de achtste ronde definitief neer gehaald. Tegenstander? Terry Mc Govern. Ach, dat zijn van die stoffige, oeroude verhalen, maar die nog stééds beklijven. Want ook aan Terry’s schrikbewind kwam een eind. Met dank aan Young Corbett, een man met een zeker psychologisch talent.
‘Kom maar naar buiten, vuile, Ierse rat, dan krijg je hét pak slaag van je leven’, schreeuwde Young Corbett, tijdens het passeren van Terry’s kleedkamer, enige minuten voor aanvang van het wereldtitelgevecht. Dat een dolgedraaide Mc Govern vervolgens in de elfde ronde neerging, is aardig voor de geschiedenisboeken.
Terry McGovern, een schim opgegraven in de vergane loopgraven van het boksen, eindigde tragisch, wat het verhaal wél zo mooi maakt. Kort na het beëindigen van z’n bokscarrière in 1908, werd Terry opgenomen in een psychiatrische inrichting, waar hij tien jaar later zijn laatste ademtocht uitstootte. Terry McGovern werd 38 jaar.
Bron: onder meer La Vie au Grand Air, Boxrec.
Geef een reactie