
Zestig kilometer in het uur. De gangmaakmotor had in het jaar 1901 zijn opwachting gemaakt. Een prehistorische machine met een onheilspellend grote benzinetank, gesmeed door de plaatselijke smid, waarvan het te hopen was dat de tank niet lekte.
De komst van de motor was het sein voor avonturiers met suïcidale trekjes om daar achteraan te koersen. Nóg wildere, desperate figuren, namen plaats op de motor. Het stayeren was geboren. Wél opvallend dat de stayerssport direct aansloeg in Duitsland. Opvallend? Niet echt. Volgens de toenmalige Pruisische mores, kon alleen roem behaald worden op het randje van leven en dood.
De vele Duitse schermschooltjes, waar met vlijmscherpe sabels lustig op elkaar werd ingehakt, floreerde als nooit te voren. Waar de stille, onuitgesproken wens, een houw in het gezicht was Een litteken op de bakkes, een pré op erkenning in de Keizerlijke Wehrmacht. Ook op de wielerbaan kon lustig gestoeid worden met Magere Hein. Met de gangmaakmotor als het vehikel richting kerkhof. Binnen enkele jaren sneuvelden meer dan veertig stayers en gangmakers.
Thaddy Robl, een beginnende stayer afkomstig uit München maakte zich nog geen zorgen. De man behoorde tot de wereldtop. Robl, gegangmaakt door de gebroeders Lehman, twee geharnaste cowboys afkomstig uit Berlijn, was de grootverdiener in het stayeren. Thaddy, koerste op het beste materiaal van z’n tijd. Gesponsord door de Continental-fabrieken, leverancier van banden. Zijn fietsen werden beschikbaar gesteld door de grootste fietsfabriek van München. Dat het fietsmerk véél later, een sinistere bijklank kreeg zal Robl ongetwijfeld een rotzorg zijn geweest. Voorlopig werd hij wereldkampioen op een karretje van het fietsmerk Corona.
Geef een reactie