Het kon er kolken. Spoken. De muren stonden dan bol en de pannen op het dak lagen te trillen. In de Apollohal gingen de profbasketballers van Amsterdam dan weer los. De kip met de gouden eieren werd geslacht want de club verkaste naar de sfeerloze Sporthallen Zuid. Met desastreuze gevolgen. Supporters bleven weg, en de inkomsten kelderden. Afgelopen voorjaar werd de club failliet verklaard. Met een beetje geluk keren oude tijden terug. Komende week start de nieuwe competitie met basketbalclub Apollo als de grote nieuwkomer.
Het was een beetje ingezakt. Maar nu zindert het er als vanouds. Als je de Apollohal binnenkomt klinkt er weer geroezemoes. Er staat ‘iets’ te gebeuren. De Geest is weer terug in het basketbaltempeltje. Wat daar voor nodig was? Een fusie! De clubs Mosquito’s en Lely, de twee spelers van de hal, hebben de handen ineen geslagen en zijn gefuseerd. De geboorte van basketbalclub Apollo was een feit.
‘Het is één grote club geworden’, vertelt Menno Fluks, coördinator van Apollo. ‘Dit is echt schaalvergroting. We hebben nu heel veel mankracht, dat werkt wél zo gemakkelijk. Apollo is goed opgezet. De nieuwe club heeft zeshonderd leden, dat geeft massa. De samenwerking was net zoals een verhuizing. Je gooit dingen weg en begint met een schone lei’.
Die lei was niet zo vuil als Fluks suggereert. Het basketbal in Zuid was de laatste jaren één groot succesnummer. Met name de jeugdteams van Mosquito’s behoorden tot de sterkste van dit land. Waarom dan toch die fusie? Antwoord: het faillissement van de Amsterdamse Basketbal Club, kortweg ABC genoemd.
‘Lely en Mosquito’s vormden een zogenaamd basketballbolwerk met ABC’, legt Fluks uit. ‘De twee clubs kregen van ABC een geldelijke ondersteuning. De profclub de revenuen. Talentvolle jeugdspelers stroomden door naar de Sporthallen Zuid. Met de teloorgang van ABC zijn er veel jeugdspelers zonder contract gekomen. Deze jongens dreigen voor topbasketbal verloren te gaan.’ Fluks heeft het over Jessey Voorn, Aron Royé, Mattijs Hak, Jirian Roodheuvel, Dimeo van der Vaart, Simon Fluks, spelers, niet alleen uit de jeugdopleiding van Lely en Mosquito’s, maar ook vaak al vaste waarden in het Nederlands team. ‘Door de economische crises vinden deze jongens geen contract’, gaat Fluks verder. Wij hebben ze opgevangen. Ze spelen nu voor Apollo in de promotiecompetitie’, of trainen gewoon mee in afwachting van iets anders.
Je hoeft geen waarzegger te zijn om te voorspellen dat met zo’n talentvol team de kans groot is dat de eredivisie weer gloort. Oude tijden in de Apollohal? Volgens Fluks kan dat zomaar.
‘Als wij ooit eredivisie gaan spelen, dan maken wij niet de fout die ABC maakte door in Sporthallen Zuid te spelen. Wij blijven in de Apollohal.’ Maar daar zit hem ook de kneep. De hal moet geschikt gemaakt worden voor topbasketbal. En daar hangt een prijskaartje aan. ‘Alleen al aan scheidsrechterskosten zijn we zo’n beetje duizend euro per wedstrijd kwijt.
In de eredivisie speel je vaak twee keer per week, al met al een heleboel wedstrijden. Dus reken maar uit. Dan hebben we het nog niet eens over bijkomende kosten als een spelersbus, de verzorging en trainers, laat staan de spelerscontracten. We zijn bezig met sponsors te zoeken.’
Foto’s: Boven Mattijs Hak, Jessie Voorn, en onder Simon Fluks, drie spelers uit de jeugd van Mosquito’s, waren profs in Spanje en in Weert. Door de economische malaise nu als amateur bij bc Apollo. Foto’s: Hilco Koke.
oktober 5, 2011 at 8:19 am
Leuk geschreven stuk, Andre! Vanaf het begin nooit begrepen, dat het spektakel overging naar de Zuidhallen….Blij dat het terugkomt
Sportieve groet van een oud-baketballer van Mosquito’s en Canadians (DL)