‘In één woord; schandalig!’, fulmineert Hennie Mandemaker, over de kandidaatstelling van Badr Hari. ‘Een klap in het gezicht van al die bokstrainers die dag in dag uit, jonge boksers trainen. Om zo’n jongen op te leiden voor de Spelen, daar ben ik minstens acht jaar mee bezig. En dan komt de boksbond van uit het niets met die Badr Hari, een vechter van vijfendertig jaar, op de proppen. Nogmaals een grof schandaal, alsof er geen jonge talenten zijn’.
Hennie Mandemaker 68 jaar, gelouterd bokstrainer bij Respect Gym, die diverse latere kampioen opleidde, waaronder drie met een wereldtitel. Een trainer met een gietijzeren status in de internationale bokswereld. Wat zich rond zong. Drie jaar geleden kreeg Mandemaker de uitnodiging om de Olympische boksselectie van China onder z’n hoede te nemen, wat hij drie maanden deed. Maar terug naar ‘Badr’.
Ook voormalig Europees kampioen Pedro van Raamsdonk liet van zich horen. ‘De jeugd heeft schijnbaar geen toekomst bij onze boksbond’. Om te besluiten dat de boksbond ‘Totaal geen verstand heeft van de edele bokskunst’.
Terwijl de digitale discussie ‘Badr’, verder raast, is één ding zeker: Bep van Klaveren, de laatste Nederlandse Olympische kampioen, draait zich om in z’n graf. Met dank aan de Nederlandse Boksbond.