Posted in Niet gecategoriseerd. Leave a Comment »

Boek

Vandaag is mijn boek ‘Voor Geld en Glorie’ van de drukpers gerold. ‘Voor Geld en Glorie’ is een compilatie columns aangevuld met later gevonden feiten en foto’s.

Sterfdag

Vandaag 28 oktober de sterfdag van ene John Heenan.   Heenan wiens botten inmiddels tot stof zijn  vergaan en z’n naam vergeten kraste ooit een kleine kras in de boksgeschiedenis.

De ochtend van 17 april 1860 is het perron van  het London Bridge Station afgeladen. Kroegbazen, journalisten, aristocraten, en dokwerkers vechten voor een plaats in één van de wagons. Uiteindelijk zijn er twee volle treinen nodig om de meer dan achttienhonderd boksliefhebbers  te vervoeren naar het dorpje Farnborough, dertig mijl ten zuidwesten van Londen.Op een grasveldje buiten het dorp vindt het allereerste gevecht om de wereldtitel zwaargewicht plaats tussen de Amerikaan John Heenan toen 27 jaar, en ‘thuisvechter’ Tom Sayers 34 jaar. Hoewel boksen bij de wet verboden is, zingt de locatie van het gevecht zich rond in de Londense kroegen. ‘Fight of the Century’ kopt de Times, een kreet die later nog honderden keren gebruikt zal worden.

De bokspartij, waar flink op gewed wordt, is iets  verschrikkelijks. Gevochten wordt met blote vuisten wat het gras al spoedig rood kleurt. Wat een niets vermoedende journalist geschokt doedt opschrijven ‘dat dit zijn eerste en tevens laatste getuige was van een dergelijk barbaars ritueel’. Zijn collega van de Times is een liefhebber van het ‘blotevuistengevecht.’ Met veel gevoel voor details noteert hij hoe Sayers neus in de eerste ronde wordt verbrijzeld. Volgens hem is het geluid van krakend neusbeen over het hele veld te horen.

De partij  die uiteindelijk meer dan twee uur duurt eindigde in chaos toen iemand de touwen van de geïmproviseerde ring doorsnijdt.De op de achtergrond aanwezige politie grijpt in toen de beschonken menigte met elkaar op de vuist wilde gaat. Scheidsrechters verklaren de de match onbeslist. Zowel Heenan als Sayers kijgen een zilveren kampioensgordel.Of ze die direct omdoen is hoogst onwaarschijnlijk. Heenan z’n ogen zijn dicht geslagen is een week blind. Tom Sayers kan een maand lang zijn rechterarm niet gebruiken want gebroken.

Acht jaar na z’n legendarische gevecht wordt Heenan getroffen door tuberculose. Om de smerige lucht van thuisstad New York te ontvluchten vertrekt  Heenan richting het westen. Op 28 oktober in Green River Station in Wyoming sterft Heenan die begraven wordt  op het Saint Agnes Cemetery in New York.

Met dank aan de wonderlijke database van John Brouwer de Koning.

Geheimen

De paden waar Fausto Coppi over koerste zijn plat getreden. Van de voormalige Campionissimo is dan ook een boekenkast vol geschreven. Deze blog waagt zich daar ook niet aan of het moet deze krabbel in de kantlijn van het wielrennen zijn. Om z’n levenswijze én z’n palmares heeft de man een status verkregen, om dit stukje maar mee te openen.  Ook voor deze blogger die een aantal jaar geleden tijdens een roadtrip door Noord-Italië afbuigde richting Castallania, een gehucht hoog weggestopt ergens in de Apennijnen.

De wandeling door een uitgestorven Castellania het geboortedorp van Il Campionissimo is onvergetelijk en aan te raden voor iedere wielerliefhebber die daar ooit in de buurt is. Het dorpje is nog net geen bedevaartoord al schurkt het daar wel tegen aan al is het alleen maar om de tientallen levensgrote actiefoto’s  van Coppi, vastgespijkerd tegen blinde muren en staldeuren, waarbij nog net geen kaarsen voor zijn aangestoken. De hele entourage ademt een hoog Rooms gehalte, een gedachte die bij atheïst Coppi ongetwijfeld afschuw had opgewekt. Over zijn pompeuze graf midden in het dorpje heeft deze blog in het verleden al het nodige geschreven.

Fausto Coppi duikt regelmatig op in het archief van deze blog. Tussen de tientallen jaargangen van sporttijdschriften staat ook dat ene beduimelde vijfenzeventig jaar oude fotoboekje uitgegeven in 1949 door La Gazzetta dello Sport, ter gelegenheid van de Ronde van Frankrijk van dat jaar. Toevallig ook Coppi’s eerste Tour tevens door hem gewonnen. Het in oblong formaat uitgegeven boekje met bijna honderdvijftig foto’s, wordt gedomineerd door hoe kan het ook anders Italiaanse coureurs, met Coppi in de hoofdrol.

Foto’s die uit een tijdsbeeld geven die nooit meer terug komt en toch heel herkenbaar zijn, en waar de romantiek  vanaf druipt. Zoals bijgaande plaat, met een op de flanken van de Tourmalet ontsnapte  Campionissimo die door zijn mee rennende ploegleider Binda wordt verzorgd. Waar de inhoud van die thermosfles uit bestaat daar moeten we maar niet aan denken. Dat soort geheimen behoord tot de romantiek van hoe het ooit was…

Ingestraald

Je hebt de Aartsengel, de Blauwe Engel, de Engel der wrake, de Engel des doods, de Kerstengel, én de Engel van het Hooggebergte. Tijdens de fifties was de laatste voor een generatie onzekere jochies, dé ultieme held. Charley Gaul’s avonturen in de Tour én de Giro, deden de zwarte en donkere jaren vijftig iets oplichten.  Van Charley  had schrijver dezes  een plakboek vol. Grof gerasterde foto’s uitgeknipt uit het roomse ochtendblad De Volkskrant, voorzien met een kinderlijk handschrift, met witte, kleverige beenderlijm minutieus vast geplakt.

De Engel van het Hooggebergte, één van de beste grimpeurs ooit, slechts benaderd door de  onvergetelijke Marco Pantani.  Over Luxemburger Gaul is inmiddels genoeg gepubliceerd.  En voor de leek die nooit van de Engel heeft gehoord, – iets wat onmogelijk is – nog maar even die ene diepe kras memoreren die Gaul in de wielergeschiedenis maakte. Een kras gemaakt tijdens de Giro d’Italia 1956. Op de flanken van  Monte Bondone, een monster van een berg in de Dolomieten nam Gaul definitief zijn plekje in de wielergeschiedenis in. De Monte Bondone, óók de plek waar hij zijn bijnaam bevestigde.

In een helse etappe met tien graden onder nul, én in een vliegende sneeuwstorm maakte Gaul een achterstand van zestien minuten op de leider van het algemeen klassement goed, en reed zich definitief in de roze leiderstrui.  Na de finish werd met een schaar zijn shirt losgeknipt omdat deze aan z’n lijf vast zat gevroren. Gaul een man met veel gevoel voor mystiek,  want na zijn wielercarrière pakte Gaul een rugzak in en verdween in de hem omringende Ardense bossen waar hij twintig jaar leefde als een kluizenaar.

Charley Gaul én de Monte Bondone zijn voor eeuwig aan elkaar verbonden. Op de flanken  van deze berg staan twee monumenten aan Gaul opgedragen. Dan is er ook nog bovenstaande foto waarin blijkt dat Engelen ook dorstig zijn. En mocht er vragen zijn wat er in die aluminium bidon zat, is het antwoord duidelijk: door de heilige soigneur van dienst  ‘ingestraald’ vloeistof natuurlijk. Hét engelendrankje bij uitstek…

Stayerslegende overleden

Guillermo Timoner in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw zes keer wereldkampioen stayeren.  De ouderen onder ons die hem ooit in het Olympisch Stadion in actie zagen zijn nu nóg onder de indruk van de Spaanse kampioen. In de geschiedenis van het stayeren had Timoner een flinke kras gemaakt. Of Timoner Guillermo de beste stayer ooit was. De Spaanse rolrijder was inderdaad een wereldtopper, maar de állerbeste ooit…?  Stuyfssportverhalen denkt daar iets anders over.  Aan de hand van onder meer de jaargangen Radwelt 1900 tot en met 1928, pagina’s vol uitslagen, statistieken en staatjes, en andere jaargangen, kwam  Stuyfssportverhalen tot een  rijtje met de vijf beste stayers ooit.  In deze ranking staat Timoner op de vijfde plek. Helaas voor de Timoner-adepten, maar de beste rolrijders, waren actief tussen 1900 en de Tweede Wereldoorlog.

Europa kenden toen over de honderd wielerbanen.  Met een overvol stayersprogramma waarbij de geldkraan wagenwijd open stond. Renners reden iedere koers alsof de dood op de hielen zat, want een paar mindere uitslagen en de contracten bleven uit. De concurrentie stond  te dringen om ook een greep uit de ruif te doen. Jaarlijks knokten daar zo’n honderd topstayers  voor: kerels, stuk voor stuk potententiële kampioenen. Even ter vergelijking: Timoner hoefde jaarlijks maar met zes concurrenten rekening te houden. Om tussen 1900 en 1940 daar de beste van te zijn, meerdere keren wereldkampioen te worden, was voor weinigen weggelegd. Toch flikten vier coureurs dat kunstje.  Zoals George Parent.

George, Fransman,  in 1909 en de twee daarop volgende jaren de beste van de wereld. George Parent, dramatisch jong gestorven, staat daarom op de derde plaats.  Met achter zich de Amerikaan Bobby Walthour, die twee keer de wereldtitel meenam naar the States.

Victor Linart., Belg, vijfentwintig jaar actief,  vier keer wereldkampioen, won tussen 1909 en 1933, honderden koersen. Ondanks die indrukwekkende cijfers blijft Linart steken op de tweede plaats. De nummer één, de allerbeste stayer ooit, de man over wiens naam je in zowat álle jaargangen Radwelts bijna struikelt, is en blijft Piet Dickentman.

Terug naar Timoner die na zijn indrukwekkende stayerscarrière op Mallorca een fietsenzaak begon, waar de zesvoudige wereldkampioen zijn klanten gastvrij ontving. De laatsten, Timoneradepten die aan Guillermo goede jeugdherinneringen koesterden. Zoals voormalig Nederlands kampioen Henny Marinus rechts, met Koos Tacx links,op audiëntie bij de stayerslegende.

Guillermo Timoner werd 97 jaar.

Verkapte executie

De bokswedstrijd  tussen de Vlaming Karel Sys en de Amerikaan Aaron Wilson, is dan ook een verkapte executie.  Een partij die niet langer duurde  dan vijftig seconden. Meer heeft Sys niet nodig om de Amerikaan neer te halen. Met een verwoestende hoek op z’n linkerslaap gaat deze neer. Bij de negende seconde staat Wilson – groggy met z’n armen lusteloos langs het lijf – op, om vervolgens weer neer te storten. De man is  duidelijk knock out. Volgens de scheids niet.

Wilsons manager  had ook het vermoeden dat het met z’n pupil niet pluis was. Terwijl de gong klinkt gooit deze met een grote boog de handdoek in de ring. Het gevecht is voorbij. Niet volgens de referee. Volgens deze kan dat reglementair niet tijdens de rust. Na aanvang van de tweede ronde had die handdoek alsnog gegooid moeten worden. Wat niet gebeurd. Kenners weten meteen wat voor spel gespeeld wordt: het  publiek met duur betaalde plaatsen moet tevreden gehouden worden, ten koste van de gezondheid van Wilson. Na zes voor Wilson lange en slopende rondes, waarin de arme Aaron fungeerde als boksbal  maakte z’n manager alsnog een eind aan de partij.

En dan de winnaar Karel Sys, die moraal gezien niet veel beter was dan die scheids en manager bij elkaar. Tijdens de oorlog koketteerde Karel met de Duitse bezetter, die hem met zijn Arisch uiterlijk in de armen sloot. Een vrijage die Karel na de oorlog lelijk opbrak met een gevangenisstraf van een jaar, en ontzegging van z’n Belgisch staatsburgerschap.

Bron: SportClub jaargang 1952.

1938

Nog niet eens zó lang geleden, waren stripboeken zwaar verdachte literatuur. De kerk, schoolleidingen en ouders  hadden over de strip  hun banvloek uitgesproken,  met als argument  verderfelijke literatuur die de jeugd alleen maar op het verkeerde pad bracht. En erger, de ‘strip’ voorkwam dat de jeugd boeken begon te lezen.  Pedagogisch geleuter natuurlijk. Hele generaties zijn groot geworden met de avonturen van Dick Bos, Eric de Noorman, Kapitein Rob en natuurlijk de strips van de grootmeesters uit Brussel, zoals Kuifje, Robbedoes, Luckey Luke enzovoort. Door de strip had deze blogger als jochie de boeken ontdekt, maar dat terzijde.

Dat er ook stripboeken  over de Tour de Tour de France uitkwamen, kon dan ook niet uitblijven. In het archief van deze blog bevindt zich enkele exemplaren, die te leuk zijn om daar niet over te schrijven. Zoals de strip ‘1938’, die zich tijdens de Tour van 1938 afspeelt. Het verhaal speelt zich af in een setting van het dreigende gevaar uit Duitsland. De Abwehr had het snode plan om tijdens deze Tour een aanslag te plegen op de Italiaanse ploeg in de hoop dat daar mee een internationaal schandaal uit te lokken.

De Franse recherche kreeg daar lucht van, en ging dat voorkomen. Een klus waarmee een weg gepromoveerde  politieagent mee belast werd. En laat deze agent nou een voormalige wielrenner zijn. Enfin, de  avonturen spelen zich af in zo’n beetje alle etappes, met als hoogtepunt een aanslag door een Duitse sluipschutter, die zich met z’n snipergeweer had verstopt in de Pyreneeën. Doel van de aanslag was niemand meer dan Gino Bartali.

Het loopt allemaal goed af natuurlijk. Aardig is dat ook Tourrenners Gerrit Schulte en Theo Middelkamp in een plaatje gevangen, voorbij komen. De strip is getekend in de bekende stijl van de Klare Lijn. Het verhaal is geschreven door Frédéric Bremand en de tekeningen zijn van Frank Leclercq.  

Grada

‘Het is van de week niet veel weer geweest om te fietsen, maar ga je nu een zondag mee naar de baan? Het is zondag mooi hoor, als het maar goed weer is dan zie je ze net  zoo rijden als hier. Nu Grada tot Zondag  dan ik ben om 12 uur op het Haarlemmermeerplein daar, maak je dat je daar bent niet En nu Grada zijt… Groet van Willem’.

Kaartje, (gepost op 19 augustus 1908, aan Mejuffrouw Grada Poldermans), zat bij een lotje ansichtkaarten, door deze blog gescoord op een boekenveiling.

En wie die Willem was? En zijn relatie tot Grada?  Dat zal altijd een raadsel blijven. Een romanticus was hij ieder geval niet. Wel een wielerliefhebber, want met de  ‘de baan’, werd natuurlijk de Amsterdamse Wielerbaan bedoeld. Een obscuur houten wielerbaantje, liggend aan de Amsterdamse Zeeburgerdijk, bevolkt met havenarbeiders en scheepsbouwers afkomstig van de nabij gelegen volksbuurten Kattenburg- Wittenburg en Oostenburg, buurten bekendstaand om z’n ruig en ruw volk. Kortom, de Zeeburgwielerbaan nou niet dé plek waar je je geliefde mee naar toe neemt…

Ruim baan

De massale belangstelling  op de flanken van de colls tijdens de Tour, is niet iets van de laatste jaren. Vóór de oorlog stroomde de colls  ook vol. (Hoe al dat volk tóen die grote hoogtes bereikten, is een raadsel, maar dat terzijde). De foto’s vooral in de Miroir des Sports, uitgegeven in de jaren dertig  bevestigen dat beeld. De redactie van de  Miroir voelde de populariteit van de Tour feilloos aan, met hun meerdere keren per week uitgeven extra Touredities.

En in al die extra uitgaves – met tientallen actiefoto’s van klimmende renners in bezit van deze blog  – komt een beeld naar voren van massaal enthousiasme, maar vooral respect naar de renners. Voor de renners is door het publiek ruim baan vrijgemaakt. Op al die foto’s geen rennende, hysterische idioten te bekennen. Enfin, de televisiebeelden vanuit de Franse Alpen die afgelopen weekend in de huiskamers kwamen, doen je bijna verlangen naar 1934. De tijd dat op de Tourmalet ruim baan werd gemaakt voor René Vietto….

error: Inhoud is beschermd!