Worstelen: zo zwaar als ballet

Kamran BakthiariAcademici trekken regelmatig het worstelpakje aan. Kamran Bakthiari, medisch analist, kan het weten. Hij is niet alleen worstelaar maar ook trainer/coach van een succesvol hoofdstedelijk team.

Een wetenschapper als worstelaar? Niet zo vreemd als je uit een land komt waar worstelen net zo populair is als schaatsen in Holland. Volgens de gewezen Iraniër is worstelen sport nummer één in zijn voormalige vaderland. In zijn geboortestad waren maar liefst zeven clubs te vinden. Noem het de macht van het getal, want op de Iranese worstelschooltjes barst het van het talent. Logisch dat het eerste Olympisch goud voor dat land door een worstelaar behaald werd.
Twintig jaar geleden besloot Bakthiari (43) Iran om te ruilen voor Amsterdam. In 1989 meldde hij zich aan bij de sportschool van Bert Kops. Met de kreet ‘iedere worstelaar uit Iran móet wel goed zijn’ werd hij door Kops met open armen ontvangen. Hoe hij het niveau vond? ,,Het peil was heel laag”, verklapt de academicus. ,,Voor mijn sport moet je over een heel goede techniek beschikken, maar ook kunnen knokken. Hier hadden ze wel knokkers maar de techniek was niet goed.”
Schrikken
Kamran Bakthiari bracht met zijn techniek meer schwung op de mat en droeg zijn kennis over. En bij Kops kreeg hij daar wat voor terug. ,,Ik sprak geen Nederlands. In het begin hoefde dat ook niet want iedereen communiceerde in het Engels met mij. Kops zag dat met lede ogen aan en verordineerde dat iedereen Nederlands met mij moest spreken. De taal had ik heel snel onder de knie.”
En wat hij aantrof in worstelend Amsterdam? Voor iemand afkomstig uit een cultuur van eeuwenoude vechtsporten was dat even schrikken en slikken. ,,Hier is worstelen een heel kleine sport, meer op hobbyniveau. Er zijn hooguit 250 worstelaars in Nederland. Amsterdam telt maar twee clubs. Wil je goed worden dan moet je iedere dag trainen. Mijn jongens hebben daar geen tijd voor. Als ik ze drie keer per week hier op de mat krijg dan mag ik mijn handen dicht knijpen. Ik moet ze constant bellen of ze komen.”
Wie geen training overslaat is Melvin Witteveen, een voormalig Nederlands kampioen. Witteveen heeft ‘wat’ met Kamran Bakthiari. ,,Kamran heeft mij leren worstelen”, vertelt de onderwijzer aan een Amsterdamse basisschool. ,,Wat zijn sterkste punten zijn? Als coach is hij onovertrefbaar”, steekt Witteveen een veer in het achterste van Bakthiari. ,,Als leraar kijk ik zelf heel kritisch naar iemands pedagogische kwaliteiten, maar hij is echt heel goed. Bij wedstrijden weet hij mijn tegenstanders goed in te schatten, wat hun kwaliteiten en beperkingen zijn. Hij is een coach die wars is van schreeuwen. Hij weet precies wat hij wel en niet moet zeggen. Als ik de mat op ga voor een gevecht dan moet ik eerst weten waar hij zit. In de hectiek hou ik zijn aanwijzingen altijd goed in de gaten.”
Kamran Bakthiari’s jongens behoren tot de beste van dit land. Meerdere keren werd de nationale titel meegenomen naar de Weesperzijde. Maar niet vorige maand! Bakthiari kan daar nóg beroerd van worden.
Domme kracht
,,We vochten in Dordrecht voor het kampioenschap van Nederland. We waren favoriet en gingen met veel supporters daar naar toe. Hoewel we favoriet waren had ik twee worstelaars met een blessure en één was te zwaar voor zijn gewichtklasse. De thuiswedstrijd in Amsterdam hadden wij met elf punten gewonnen. Maar in de finale moesten we het met maar twee punten verschil afleggen.”
Terug naar de Weesperzijde met de vraag of worstelen toch niet een combinatie van trekken, plukken én een beetje domme kracht is? ,,Nee natuurlijk niet”, reageert hij geprikkeld. ,,Worstelen is één van de moeilijkste sporten. Fysiek en mentaal moet je heel sterk zijn. Het is een heel technische sport. Je mag niet wurgen, iemand pijn doen of aan een gewricht trekken. Er zijn twee vechtstijlen, het Grieks-Romeins en de vrije stijl. Het is heel moeilijk om van het ene naar het andere over te stappen.” Hoewel de worstelsport eeuwenoud is en strak staat van tradities kan je die kerels niet meer in hun blote lijf laten vechten, zoals dat in het Griekenland van voor de geboorte van de Heer gebeurde. Maar dat lullige pakje schreeuwt om veranderingen.
Eeuwige roem
,,Ik weet ook wel dat dat worstelpakje een beetje oubollig is”, weerlegt hij handig. ,,Maar dat zogenaamde zwempakje wordt nu ook gebruikt in de atletiek, triathlon en gewichtheffen. Het is voor onze sport heel functioneel.”
Even lekker kleunen tijdens een worstelwedstrijd, met je verstand op nul, is er volgens de voormalige Iraniër niet bij.
,,In andere vechtsporten, zoals kickboksen, is het veel makkelijker om aan de top te komen. In onze sport niet, daar wordt alles van je lichaam gevergd. Worstelen kan je op één lijn zetten met turnen en ballet. Dat duurt ook jaren voor je dat beheerst.”
Worstelaars mogen dan door de eeuwen heen over aanzien beschikken, rijk wordt je er ieder geval niet van. Dat was al tijdens de antieke Griekse Spelen zo. Daar ging je naar huis met eeuwige roem én een lauwerkrans. En dat is nog steeds niet veranderd. Althans in Nederland niet.
AMC
,,Het is hier een heel arme sport. In Amsterdam lopen er genoeg goede worstelaars rond. Vooral jongens uit het voormalige Oostblok. Die hebben het idee dat er op onze sportschool flink geld voor ze betaald wordt. Maar dat is er niet, daar is het een veel te kleine sport voor. Ze komen een paar keer en dan zien we ze niet meer.”
Kamran Bakthiari brengt niet alleen de techniek van het worstelen over, maar houdt zich ook bezig met wetenschap. Binnen enkele maanden hoopt de worstelcoach te promoveren op het onderwerp ‘stolling van het menselijk bloed’. Of ze bij het AMC ook zo blij zijn met zijn sportactiviteiten valt te betwijfelen.
,,Mijn baas is ook mijn promovendus en die maakt een beetje bezwaar dat ik zoeel tijd steek in mijn sport. Maar ontspanning is ook heel goed voor mijn studie”, verdedigt hij zich. Volgens Bakthiari zit worstelen in je bloed, om maar even bij zijn vakgebied te blijven. En als dat zo is, dan maakt afkomst en opleiding niets uit.
,,Ik ben niet de enige worstelaar op universitair niveau. Ik ken verschillende artsen, advocaten, chirurgen en een patholoog die aan deze sport doen.”

Geplaatst: Mug april 2009.  Foto: Hilco Koke

One Response to “Worstelen: zo zwaar als ballet”

  1. Bap van Breenen Says:

    Beste André,
    In het begin van de judoloopbaan van Anton Geesink,
    kwam deze Utrechtse reus ook een aantal keren op de mat
    voor het N.K. worstelen. De Amsterdamse nachtclub-
    portier Piet Arts was in de jaren 1949 t/m 1957 lands-
    kampioen en versloeg in dat laatste jaar Anton Geesink.
    Daar hoor je nooit iemand over maar van Piet Arts was
    het een wereldprestatie.


Geef een reactie

error: Inhoud is beschermd!

Ontdek meer van Stuyfssportverhalen

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder